Ruimte

tramIk rook iets merkwaardigs, voor mij zat iemand in een dikke zwarte jas met een dikke muts op, voor de zekerheid ging ik iets verderop zitten. Vroeger zou ik zijn blijven zitten. Links van me zei een vrouw tegen de man naast haar die een flesje naar zijn lippen bracht: kijk uit voor je jas, drinken en rijden geeft ellende. Iets later pakte hij een stapel kaartjes uit zijn broekzak. De vrouw zei: straks vallen ze, dan ben je alles kwijt; waarom heb je ook altijd zoveel kaartjes bij je? Ik bestudeerde het gezicht van de man en probeerde te lezen of hij bij de volgende halte zou opstappen, of nog twee uur zou wachten voor hij dat gezanik voorgoed zou verlaten. Bij halte Centrum maakte hij aanstalten, zij zei: is dit echt wel dichtbij alles waar we moeten zijn? Ze deden heel lang over het uitchecken, omdat ze door hun hurken gingen en met hun zonnebrillen op probeerden te kijken wat er op het scherm verscheen en net deden alsof het aan het apparaat lag dat ze niks zagen en toen ook nog hardop ‘Tot ziens’ gingen voorlezen. Het klonk als een bezweringsformule, zoiets als Sesam open u.

Hoop

hoopIk kon kiezen in de fietsenstalling, in de trein was het niet druk, in de bus ook niet, ik kwam twintig minuten voor het openingstijdstip dat op internet stond aan, er was geen rij, ik zag zelfs mensen naar binnengaan, dat deed ik ook en het museum bleek gewoon al open. Ik vermoedde dat het dat deed om de drukte te kanaliseren: dit waren de laatste twee dagen dat zoveel werk van Mark Rothko in Nederland te zien was. Voor het eerst van mijn leven dacht ik: dit is misschien wel voor het laatst in mijn leven dat ik dit kan zien. Ik was al een keer geweest, ik had me voorgenomen nog een keer te gaan, toevallig appte een vriendin dat dit het laatste weekend was, dat wist ik niet en dus ging ik, want niets is zo dom als bewust spijt organiseren. Ik nam een audiotour, dan liep ik in mijn eigen wereld, ondanks alle mensen die er nu al waren en straks nog zouden komen. Eigenlijk liep ik met de acteur Peter Tuinman die de tour had ingesproken. Hij noemde de zeven wezenlijke ingrediënten die kunst volgens Rothko moest hebben. Kunst moest iets te maken hebben met de dood, met sensualiteit, en spanning, het moest ironie bevatten, het moest grappig en speels zijn, met vergankelijkheid en toeval te maken hebben, en met hoop. Ik dacht aan Arnon Grunberg die gisterenavond in College Tour zei dat schrijven altijd hoopvol is, omdat je voor een lezer schrijft en hoopt iets teweeg te brengen. Wie geen hoop meer had, zou niet schrijven. Op de terugweg, voor het nieuwe station van Delft, wees een moeder naar het oude stationsgebouw en zei tegen haar zoontje: dit noemen ze ook wel een monument. De jongen ging op een spiksplinternieuwe bank zitten. Hij zei: ik ben een van de nieuwste mensen op deze bank.

Nieuw

groenhartIk reisde langs het Groene Hart, of er doorheen, ik wist het niet precies. Ik had het wel eens opgezocht op een kaart, toen ik ergens las dat het Groene Hart een van de redenen was dat de twee grootste steden van ons land niet rechtstreeks met elkaar verbonden waren. Niet door een snelweg, niet door een spoorlijn, al was dat laatste inmiddels opgelost, zij het nog zonder bijbehorende treinen. Ik zag achterkanten van dorpen waar ik nog nooit was geweest, nieuwbouw die verlangde naar de jaren dertig van de vorige eeuw, jarenzestigrijtjeshuizen die verlangden naar een sloophamer. De reis ging met een slakkengangetje, maar ik zag niemand zuchten of boos kijken, kennelijk ging dat zo op deze lijn. De metrobestuurder zei: ik breek straks door een rood sein, dan rij ik met twintig kilometer naar het volgende station. De vrouw met makkelijk kort haar aan de andere kant van het gangpad sloeg een bladzijde om in haar bibliotheekexemplaar van Saskia Noort, het blonde meisje achter haar las verder in de NRC. Ik besloot het ook volstrekt normaal te vinden. Op tijd kwam ik in het hart van mijn stad. Van Renate moest ik op de Cadillac een vliegtuig doen, ik mocht niet neerstorten. Ik stortte neer.

Feuilleton

hesseplaatsIk had de term voor de opening in deurkozijnen: slotgat. Hij kwam via de mail van mijn verre zus. Die weet dat soort dingen. De NSA wist het nu ook. De groenteboer zei dat er geen verzet was geweest tegen de komst van De Tuinen. De verhuurder besliste en aangezien ook ABNAMRO en de lingeriewinkel nog leeg stonden was iedere verhuurde meter winst. Dirx, de grootste drogist in vierkante meters en pas een goed jaar in het wijkwinkelcentrum, was trouwens net overgenomen door de moeder van Kruidvat, A.S. Watson genaamd, dat weer een dochter was van het Aziatische Hutchison Whampoa. Of Dirx nu Kruidvat werd was de vraag, want Kruidvat zat er al, in het nieuwe deel, maar A.S. Watson had ook nog een andere dochter: Trekpleister. Het had iets weg van voetbalplaatjes ruilen. In de douche draaide ik de warme kraan helemaal dicht. Het was een tip van de vriendin die haar gasverbruik uit het hoofd weet. Ze had meegedaan aan een experiment ‘koud (af)douchen’. Ze zei: het is verschrikkelijk en het is verrukkelijk. Het lukte me geen negentig seconden zoals zij had moeten doen, en ook geen dertig, maar het begin was er en ze had gelijk.

Verblinding

usasecretsIk keek de documentaire United States of Secrets. Al voor de aanslagen op de Twin Towers beschikte de NSA over een programma, ThinThread, waarmee alle telefoon- en internetverkeer dat via de Verenigde Staten loopt, kon worden afgetapt, bekeken, geanalyseerd en opgeslagen (en zeg nu niet: ik mail nooit met de VS, ook het mailtje naar je Nederlandse collega kan via de VS lopen als die route sneller is dan de Nederlandse internetroute; om nog maar te zwijgen over de duizenden datapakketjes die een smartphone ieder uur uitwisselt met de Googles van deze wereld). Sinds het Watergateschandaal zat het bij iedere NSA-medewerker erin geramd dat het afluisteren van de eigen bevolking een doodzonde is; en daarin voorzag ThinThread: het versleutelde alle Amerikaanse data. Na 9/11 – dat een complete verrassing voor de Amerikaanse veiligheidsdiensten was – werd die versleuteling er, op bevel van president Bush met als architect vice-president Cheney en in strijd met de Amerikaanse grondwet, uit gesloopt en ging het programma compleet los. Alle telecom- en internetbedrijven moesten informatie afstaan en via de achterdeur, gewoon door taps te zetten op de glasvezelkabels van Google cs, sleepte de NSA alles wat de Facebooks en Googles al voor hun adverteerders over ons bewaren, binnen. In de NSA-gangen verschenen stapels extra servers. Aan de handvol mensen die hun nek uitstaken, met Edward Snowden voorop, en aan de vrije pers danken we de fascinerende reconstructie van het Amerikaanse nationale veiligheidsbeleid sinds 2001. De documentaire toont de gebruikelijke ellende: een Witte Huis en een veiligheidsdienst die willens en wetens de Grondwet overtreden en daarbij methodes uit The Godfather niet schuwen, het voorliegen van de eigen bevolking en het Congres, het onder druk zetten van de pers, het ruïneren van de levens van vermeende klokkenluiders, commerciële bedrijven die braaf met de overheid meewerken ten koste van hun klanten, bang als ze zijn de overheid als klant te verliezen, maar, als alles uitkomt, klagen bij de president over hun imagoschade. Tien miljard dollar spendeert de NSA jaarlijks aan het wereldwijd afluisteren en meelezen, vanaf de eerste schreden zijn er zeer kritische geluiden, maar dankzij stevige oor- en oogkleppen worden de Amerikaanse inlichtingendiensten twaalf jaar na 9/11 opnieuw compleet verrast, nu door wat hun eigen Paard van Troje baart: burgers die het niet pikken, met het gigantische lek via Snowden als gevolg. Om nog maar te zwijgen over de blindheid voor het aloude oorlogsfeit dat ieder wapen, dus ook dit enorme databouwwerk met alle criminelen feiten eromheen, in handen van de vijand kan vallen. Dat was het echt huiveringwekkende.

Feitelijk

deurIk zocht op hoe de openingen heten in de deurkozijnen waar het slot van de deur in valt. Een van mijn hoofdpersonages vindt zichzelf uiterst secuur en grondig als het op schoonmaken aankomt (wat niet hetzelfde is als netjes). Om dat te bewijzen laat ik het personage zeggen dat het zelfs die openingen in de deurkozijnen meeneemt op de wekelijkse (of tweewekelijkse, desnoods vierwekelijkse) stofzuigronde. Is ze bij anderen dan bestudeert ze stiekem die deurkozijnuitsparingen. Ze is nog geen huis tegengekomen waar er niet heel oud stof ligt. De leeftijd van stof herken je aan de grijsheid. Oudere huizen met houten deurkozijnen waar met een beitel een uitsparing is uitgehakt, zijn niet zulke stofhappers, maar de holle metalen deurkozijnen met een holletje onder de uitsparing, zijn de ergste. Opening, uitsparing, slot: de termen zijn niet nauwkeurig genoeg. Ook al ontspruit een roman aan de fantasie, de feiten moeten kloppen. Maar internet gaf zich op dit punt niet makkelijk prijs.

Onthulling

hazelnotenIk zag lichtgroene uitlopertjes in de klimhortensia. Ik zag een opa achter zijn kleindochters aan rennen, de oudste op een roze kinderfietsje, de jongste op een loopfiets. Ik zag de jonge knul en de opa. Misschien kijken ze ook eerst VPRO Boeken en Buitenhof voor ze naar buiten gaan. Vorige week dacht ik nog dat ze toevallig in elkaars buurt renden, de knul aan de rechterkant van de weg, anderhalve meter voor de opa aan de linkerkant. Ze liepen weer in exact dezelfde formatie. We zeiden hallo. Vanaf de Prinses Irenebrug rende ik gelijk op met de roeister die rechts van me door het water gleed. Van de knul op de fiets op de kant met een toeter moest ze na de bocht een stuk light roeien. Het klonk vredig, het regelmatige gespat van de spanen in en op het water. ’s Avonds roosterde ik in de oven de hazelnoten met vlies (gekocht bij De Tuinen, ook daarvoor hoefde ik niet meer naar de stad), was vergeten hoe heerlijk dat geurde, ik dacht aan de ronde hazelnoottaartjes waarvan mijn moeder er altijd twee nam in de grote verjaardaggebaksdoos, ik wist nog precies welke twee tantes die hazelnoottaartjes altijd kozen. Daarna legde ik de warme hazelnoten in een schone theedoek en rolde ze stevig heen weer. De vliesjes lieten los, precies zoals in het recept stond.