Vandaag

lantaarnsIk hoorde de vader van de bruidegom zeggen: ‘Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf.’ Hij had dit duidelijk vaker gedaan, iets voorlezen uit de bijbel. Ik vond het direct een fijne tekst. Je hoefde je ook geen zorgen te maken over wat je zou eten of drinken of aantrekken. Ik had die ochtend beslist even nagedacht over wat ik zou aantrekken. Een jurk en ongemakkelijke schoenen – ik ging naar een bruiloft –, of een feestelijke broek met makkelijkere schoenen – het was koud en het werd een lange dag. Maar zorgen, nee, die had ik niet gehad. Ik keek rond in de kerk die wat weg had van een schuur, maar dat paste prima in Barneveld, en vroeg me af hoeveel zorgen de mensen om me heen hadden gemaakt. Ik zag veel mooie kleren. Daarna aten we en dronken we en weer later aten en dronken we opnieuw. Toen het donker was staken we gelukslantaarns aan, iemand zei dat dit nummer 1 was onder de brandveroorzakers, we keken de kleine ballonnetjes vol warme lucht na, ze dreven hoog, we zagen niks oplaaien, hoorden geen sirenes. Dit was een zorgeloze dag.

Kloppen

ottolenghiIk hoorde dat Nederland maar vijf echt goede receptenschrijvers kent. Die dus in staat zijn een ingrediëntenlijst in de juiste volgorde en met de juiste hoeveelheden te noteren en alle handelingen zo kunnen opschrijven dat je geen moment je met meel bestoven handen in je haar stopt, omdat je volle melk moet toevoegen die je niet in huis hebt, omdat het niet in de ingrediëntenlijst staat, ook niet na drie keer verwilderd nalezen. Grote chefs bedenken grote gerechten maar recepten schrijven is een vak apart. De levende kookboekenencyclopedie Jonah Freud zei dat de huidige kookboekengod Ottolenghi zijn recepten acht keer laat bereiden door acht verschillende mensen en pas als hij na acht keer proeven tevreden is, mag het recept zijn boek in. Dat deed niemand. Ik dacht aan de epidemioloog John Ioannidis, die tien jaar geleden de 49 meest geciteerde wetenschappelijke ontdekkingen uit de allerbeste medische tijdschriften tegen het licht had gehouden. Bij het ‘nakoken’ van die medische experimenten bleken de gepubliceerde uitkomsten vrijwel nooit te reproduceren. Te kleine steekproeven, te onnauwkeurige analyses, te veel gezocht naar ‘het’ bewijs bij een hypothese, altijd blind voor het toeval. En dat was dus een menselijke kwaal, belangrijke dingen negeren, want die eerste spectaculaire resultaten kregen nog altijd honderd keer meer media-aandacht dan die vervolgonderzoeken die dat spectaculaire allang hadden ontnuchterd. Ik liep drie winkels af voor tamarinde en ongemalen korianderzaad en kookte uit het kookboek dat niets aan het toeval overliet een stoofpot van snijbiet, kikkererwten en tamarinde, de keuken rook naar stoofvlees en alles klopte.

Groot

handschriftIk ontwaakte en hoorde kindervoetjes vlak bij mijn hoofd. Het meisje boog zich over mij heen. Hoi, zei ik. Het was net half zeven geweest. Ze nestelde zich op de bank en begon te babbelen. Klaarwakker. Ik zei: gefeliciteerd. Ze zei: dat was dinsdag. Ik zei: vandaag word je zeven jaar en drie dagen. En morgen zeven jaar en vier dagen. Je bent iedere dag jarig. Op haar gezicht vochten ongeloof en blijdschap om voorrang. Ik zei: wat krijg je als je jarig bent? Cadeautjes, zei ze. Kijk maar eens op het theekastje, zei ik. Ze dribbelde op haar blote voetjes door de nog donkere kamer en kwam terug met cadeautjes. Zie je wel, zei ik. Ze lachte en begon het pakpapier open te scheuren. Ik zei: we laten mama lekker slapen. Ik stond op, maakte thee, zei haar dat ze zich aan moest kleden. In haar broodtrommel deed ik pannenkoeken met aardbeienjam en in haar fruitdoos mandarijnpartjes en appelstukjes. Het ging allemaal een stuk vlotter dan anderhalf jaar geleden. Ze leest, ze schrijft. Ik zag voor het eerst haar handschrift. Het was van een ontroerende intimiteit.

Economieles (2)

slipIk hoorde dat Zeeman zijn basic dames t-shirts altijd in maat 36 tot en met 48 op voorraad heeft en dat het die al meer dan twintig jaar bij dezelfde Bengalese fabriek laat maken en dat maat 44 het best verkoopt. Zeeman laat die shirts niet per stuk in plastic verpakken; ze komen in dozen met daarin verschillende maten door elkaar. Dat scheelt materiaal en handelingen in de winkel. Ze rijden nooit met halflege vrachtwagens. Een hippe jonge vrouw had de woorden van de inkoper van de Zeeman-damesheupslips moeten optekenen en kreeg gewoon zin er een te kopen. We kwamen tot de conclusie dat het ging om de basics, waar een bedrijf trouw aan moest zijn. Had je vorig jaar de perfecte onderbroek gekocht, dan wilde je die nu weer kunnen kopen. Bij de Hema veranderden de basics voortdurend, bij V&D kon niemand een basic opnoemen. Mijn vriendin was laatst naar de Xenos gefietst voor versierde satéprikkers. Iedereen zag ze al voor zich. Maar niet dus. Niks. Veel bedrijven dachten H&M te kunnen zijn, waar je al na een week niet meer terug hoeft voor hetzelfde, maar niet iedereen kon rijk worden van pubers. We gingen nog even door: over de Zeeman-handdoek die al na een keer wassen perfect droogde en de Zeeman-theedoek met speciale weving voor grotere vochtopname, tot iemand zei: maar ze verkopen ook veel troep hoor.

Economieles

eierenIk las de vraag van mijn zus. Hoe het kon dat ze in Gambia een Nederlands ei kon kopen voor twintig cent. Ik appte wat hoogdravends over overschotten die wij, het westen, dumpen in de rest van de wereld, terwijl we zelf tariefmuren hanteren zodat Gambianen nooit met Nederlandse eierboeren kunnen concurreren. Gelukkig zat er ook nog echte kennis in de familie. Mijn broer wist dat Nederlandse eierboeren 4 tot 6 cent per ei krijgen afhankelijk van de grootte van het ei. Een koelcontainer verschepen kostte vandaag bijna niks. Er pasten zeshonderdduizend eieren in zo’n container, nog geen cent per ei, appte hij. Dikke winst dus. Dat stelde mijn zus tevreden. De Gambianen die zij kende, konden wel wat winst gebruiken voor hun dagelijkse portie voedsel en schoolgeld voor de hele familie. Op internet ondekte ik trouwens dat Gambia al zijn eieren uit Nederland en België importeert. Voor een echte eierindustrie is namelijk heel veel kippenvoer nodig, tarwe en maïs, waarvoor weer heel veel mest nodig is, bijvoorbeeld uit de kippenindustrie. Het was óf eieren importeren óf tarwe en maïs. Zo leerde ik nog wat. Vandaag had mijn zus trouwens even het loon van haar fruitsapman in bewaring genomen, omdat hij eerdaags belasting moest betalen. Mijn zus was voor de fruitsapman wat Luxemburg was voor Amazon en Apple.

Verjaardag (2)

bouwerIk was dus op een verjaardag en hoorde iets interessants. De man werkte in de bouw en kwam uit de installatiewereld. Het was wennen, zei hij. In de bouwwereld waren ze niet gewend te plannen en ook aan begroten deden ze niet echt. En nieuwigheden als iPads op de bouwplaats, hergebruik van materialen of mindmapping om dingen nooit meer te vergeten: allemaal nieuwlichterij die er in de stoere machowereld niet in kwam. Bouwers hadden tot voor kort de macht, opdrachtgevers slikten absurde prijzen, onderaannemers hadden maar te verschijnen als de bouwer dat eiste en het geld stroomde wel binnen. Maar die tijd was voorbij. Er stonden weer hele grote bouwers op omkiepen, zei hij. De enorme winsten die ze de afgelopen decennia hadden binnengesleept, waren zo goed als verdampt. Nu was er voor het eerst een grote bouwer overgenomen door een installatiebedrijf. Dat was de omgekeerde wereld. Ik dacht aan een hele grote boekhandelketen die in tal van steden gered was door de lokale boekhandel. Groot/arrogant was uit, klein/inventief/spaarzaam was in. In zo’n tijd zaten we, maar nog niet iedereen had het door.

Verjaardag (1)

treinIk was op een verjaardag en ik hoorde iets interessants en toen dacht ik aan die vorige verjaardag waarop ik ook iets interessants hoorde. Een machinist vertelde dat hij van een dienst van tien uur er negen en een half op de bok zat. Treinmachinisten waren de enige beroepschauffeurs zonder rijtijdenbesluit. Op de bok moet ik opletten, zei hij, ik mag niet eten, kan niet naar de wc. Hij moest ook steeds vroeger beginnen. Niet dat er om vier uur ’s ochtends passagiers zijn, dan zijn er alleen drie dronkenlappen,  maar het nationale spoorbedrijf wil aantonen dat er geen ruimte is voor andere vervoerders op het spoor. Dan had hij tot drie uur ’s middags zijn ene dienst gehad en kon hij na thuiskomst en nog wat eten zo ongeveer naar bed om uitgeslapen die vroege trein te rijden. Na een grote verstoring moest hij een keer de eerste trein van Utrecht naar Den Haag gaan rijden. Op het perron zag hij dat ze de trein als intercity wilden wegsturen. Met de conducteur en iemand die over de perronborden ging, maakte hij er een stoptrein van. Hij zei: ik ga toch niet zo’n eerste trein langs al die stations jagen waar honderden mensen staan te wachten én naartoe moeten. Dat leek me logisch. In Den Haag werd hij door vier hoge piefen opgewacht. Waar hij mee bezig was. Hij zei: ik moest een trein naar Den Haag rijden, dat heb ik gedaan. Er volgende zware gesprekken. Pas in het vierde gesprek schoof iemand van de veiligheidsinspectie aan. Die richtte zich tot de bazen. Dat het onverantwoord en verboden was om een bomvolle trein op intercitysnelheid langs bomvolle perrons te jagen. Verjaardagen zijn meestal saai, maar je hoort nog eens wat.