Meerwaarde

shampooIk liep de winkel in waar Jamin was weggekwijnd. Nu zat De Tuinen er. R zei: Etos, Dirkx, Kruidvat, niet te vergeten Jumbo en Albert Heijn met hun verzorgingsproducten en dan nu De Tuinen. Hoeveel kan een winkelcentrumpje hebben? Ik dacht aan New York, waar je nooit meer dan twee blokken verwijderd bent van een drugstore met de afmetingen van een Nederlandse supermarkt. De Tuinen verkoopt als enige shampoo zonder sulfaat (die andere vijf verkopen min of meer dezelfde dertig flessen, afkomstig van de vier grootste shampoofabrikanten, die alleen in uiterlijk, geur, marketingbudgetten en prijs van elkaar verschillen, maar, in medicijntermen, één pot nat zijn met allemaal dezelfde werkzame stof: sulfaat). Met sulfaat krijg je je auto na een kwakkelende winter moeiteloos schoon. Was je er je haar mee, dan kun je daarna direct aan de slag met gel en wax en mousse en lak om de weggespoelde veerkracht te simuleren, wat na een dag en een nachtje woelen zo’n smeerboel oplevert, dat je de volgende dag weer moet wassen. Bedrijven zijn dol op dit soort perpetua mobilia. Met De Tuinen was er eindelijk keuze. Ik moest de groenteboer eens vragen of er dwarsboompogingen waren geweest tegen de nieuwkomer.

Fijn

soepIk maakte de bietjessoep nog een keer, nu voor R en de vriendin die ieder jaar haar kinderen professioneel laat fotograferen. Ze behoort tot de superkleine minderheid die weet hoeveel gas ze per jaar verbruikt, minder dan duizend kuub, met z’n vieren. Graag zou ze zonnepanelen op haar dak leggen (dat trouwens net als het onze verkeerd ligt ten opzichte van het zuiden), gewoon om die meter terug te zien draaien. Alleen dat maakt haar al leuk. En dat ze dol is op alles met groenten. En dat ze zonder op haar smartphone te kijken weet dat wilde spinazie een goed alternatief is voor snijbiet. En dat ze met een brede grijns naar dat tv-programma over die zielige middenmanagers had gekeken, waarvan ze de link direct had doorgestuurd naar haar leidinggevende. En dat ze goede tips heeft over goede boeken en goede olijfolie. Voor machthebbers die niet triest willen eindigen, zijn kritische geesten en tegensprekers een noodzaak, maar in vriendschappen is het heel fijn om het af en toe over alles eens te zijn en elkaar daar heel erg in te bevestigen. Zeker aan het einde van de week.

Trevi

treviIk had medelijden met mijn burgemeester. Die had net op een van de hoogste politieke podia mogen vertellen waarom er uit zijn stad relatief zo weinig mensen naar Syrië vertrekken, of naar IS, of naar allebei, toen er een clubje mensen uit diezelfde stad naar Rome vloog. Zo geslepen als Syrië-gangers zich voordoen als lieve neefjes die voor hun oudtantes gaan zorgen, deed dit clubje zich voor als voetbalfan. Omdat IS had aangekondigd vanuit Libië op te rukken naar Rome, en de Romeinen hun vizier massaal op het zuiden hadden gericht, kwam de sloopkogel uit Europa’s grootste havenstad extra laag in de Romeinse rug aan. Ik vermoed dat Aboutaleb nog ergens in een vliegtuig zat toen Nederlandse urine bezit nam van de Trevi-fontein, het water waarin Marcello Mastroianni, verblind door liefde en in smoking, waadde op weg naar de begeerlijke Anita Ekberg. La dolce vita. R zei: we moeten dit soort jongens naar de oorlogshaarden sturen, die voelen geen klappen, zo verdoofd zijn ze door de drank, en de maandag erna gaan ze gewoon weer aan het werk bij hun baas en brengen ze hun dochter naar school. Dat viel nu te bezien. Wankel van ongeloof vertelde correspondent te Rome Rop Zoutberg over boetes van 45 duizend euro en gevangenisstraffen van zestien maanden, die de Italiaanse justitie binnen een paar uur, en Rop herhaalde ‘uur’ een paar keer, zodat we niet dachten, die bedoelt tien jaar, had opgelegd.

Discipline

lettersIk was vroeg, de vrouw die altijd op donderdag werkt, zei dat Odin nog niet was geweest, ik zei dat het niet erg was, dat ik later wel terug zou komen voor de groentetas, dat ik nu wat nodig had voor de lunch, mijn vriendin kwam schrijven. Ik had tegenover mijn bureau een tweede bureau gemaakt, een stevige plaat op twee ladeblokken. Zo simpel kan het zijn. We hadden het vorige week ook gedaan, toen in Amsterdam, en het werkte. We zaten tegenover elkaar om te schrijven, ieder aan ons eigen boek en we hielden ons aan die afspraak, zonder elkaar te controleren. Natuurlijk spraken we ook – wat was er afgelopen week gebeurd, ben je verder gekomen –, maar niet langer dan een kwartier, dan werd het vanzelf stil. Het leek op logeren vroeger, je sliep bij een vriendinnetje, anderen dachten: die gaan de hele nacht kletsen en keten, maar na een kwartiertje bleven de antwoorden uit, of de vragen, en zonk je allebei weg in je eigen dromen.

Ervaring

emmerIk werd om half zes wakker, het kostte me een half uur om te snappen waarom, toen stapte ik doelgericht uit bed, haalde de gele Praxis-emmer uit de keukenkast en liep ermee naar de badkamer, waar ik precies op tijd aankwam. Een stuk minder gelukkig dan de vorige avond proefde ik mijn avondmaal voor de tweede keer en aanschouwde ik het avocadogroen dat aan kleur gewonnen leek te hebben. Terug in mijn warme bed prees ik het ingenieuze waarschuwingssysteem in mijn lichaam, besloot nog een paar uurtjes te slapen en dan fit genoeg te zijn voor de afspraak van elf uur. Toen het negen uur was, bleek mijn telefoon stroom nodig te hebben, ik verliet mijn warme bed, haalde mijn oplader, stopte die in het stopcontact, sloot de telefoon aan en kon direct door naar de badkamer en de gele emmer. Daarna voelde ik me best oké, al was mijn vaalbleke gezicht me in de badkamerspiegel niet ontgaan, ik sprak telefoonbeantwoorders in, las mijn vaste krantenrubrieken op de telefoon, voelde dat het tijd werd om bewegingloos te gaan liggen, zonk weg in koortsige theorieën uit mijn kindertijd: dat bewegingloos liggen hooguit uitstel, maar nooit afstel is: wat eruit moet, moet eruit; dat drie keer het minimum is. Ik was het nog niet verleerd om tevergeefs te hopen die regels een keer te doorbreken. ’s Avonds at ik chocoladevla.

Nedergriekenlandje

reaalIk weet ook wel dat buitenlands gedoe altijd een fijne afleidingsmanoeuvre is voor binnenlands gedoe. En dat heel hard ach en wee roepen over dat verrekte buitenland de zaken lekker afleidt. Maar ondertussen hebben we zo onze eigen Griekenlandjes. Nu was het Reaal, waar een leninkje van 700 miljoen was kwijtgeraakt, wat noch De Nederlandsche Bank, noch het ministerie van financiën noch de externe accountant hadden opgemerkt (en waar wij wel voor hadden betaald; wij, de belastingbetalers naar wie, in de woorden van Halbe Zijlstra, de Grieken de middelvinger opstaken, iets wat de Nederlandse regering nu dus met dit binnenlandse Griekenlandje ook deed). Dat leek opmerkelijk, maar was het natuurlijk niet. Accountants zijn nog altijd druk met boekhoud- en belastingtrucs, daar is zelfs de uitzendkracht niet meer bereid tot saai controleerwerk; De Nederlandsche Bank heeft sinds Wellink een blinde vlek voor misstanden bij banken en verzekeraars, denk aan DSB, de redenering daar is iets van: banken en verzekeraars zijn cruciaal voor het systeem, die doen dus niks fout; en het ministerie van financiën heeft bij volle verstand vanaf 1995 de woekerpolissen van verzekeraars willens en wetens alle ruimte gegeven en nu die veenbrand het halve land zwartgeblakerd heeft achtergelaten, durft het niks meer te doen, want dan zouden de verzekeraars omkiepen. Dat het nu de consumenten zijn die omkiepen, maakt niemand wat uit. Ik wil maar zeggen: daar is de mindset ook nog niet helemaal wat die zou moeten zijn. Ik verlangde plotseling hevig naar een Nederlandse Varoufakis.

Angst

managerIk hoorde, op een verjaardag, over toiletpotten met een draagkracht tot honderdvijftig kilo die nog nooit waren bezweken  – mensen in verpleeghuizen zijn meestal vederlicht –, maar die waren afgekeurd omdat de norm tweehonderd kilo was. Ik hoorde over een groot tafelblad op een rolstoel waardoor de gebruiker ervan naar een verpleeghuis dreigde te moeten, want bij een bepaalde grootte geldt het stempel ‘opgesloten’ en opsluiten mag alleen in verpleeghuizen, niet in verzorgingshuizen. Iemand met kennis van de regels zei: we nemen een smaller blad, dan mag deze vrouw blijven waar ze al jaren is. Ik hoorde, in een tv-programma, dat middenmanagement dertig procent van de personeelskosten uitmaakt. Ze kwamen ook in beeld, die middenmanagers met hun traininkjes en cursusjes om zichzelf overbodig te leren maken. Ik hoopte dat hun ondergeschikten massaal keken. Het zei trouwens ook veel over de bazen, die kennelijk niet het lef hadden die middenmanagers er gewoon uit te kieperen. Iedereen die nog ambieerde om manager te worden, om te gaan sturen, controleren en betuttelen, was eigenlijk verdacht, want een verre afstammeling van een zeer kwalijke, aan het begin van de industrialisatie gelanceerde visie op de medemens, namelijk dat die zonder strak toezicht de kantjes ervan af zou lopen en te stom was om zelf te snappen wat hij moest doen. Ergens hadden die verjaardag en dat tv-programma met elkaar te maken.