Groen

spinazieDe vader van mijn vriendin vond dat spinazie in de winkel er heel anders uitzag dan die uit zijn eigen tuin. Donkerder. Volgens hem kwam het door de kunstmest. In zijn eigen tuin gebruikte hij geen kunstmest. Ik vroeg het de groentevriend. Die had er nog nooit over gehoord. Wel waren er ontelbare soorten spinazie, van kikkergroen tot donkergroen, van klein- en fijnbladig tot groot en grof. Te weinig licht maakte de spinazie licht, te veel licht zorgde voor gele plekken. Ik kocht een courgette. De tuinbaas die zeer gelukkig was met de terugkeer van het gewone leven ging pizza eten met gegrilde courgette, buffelmozzarella en olijven, en dan na het bakken wat rucola erover. Ik had een fotootje gekregen van rijzend deeg bij de houtkachel. Ik dacht meer aan de kant-en-klare bodems uit de koelvitrine van Albert Heijn. Gelukkig had de tuinbaas er geen moeite mee.

800

boekDichter des Vaderlands Anne Vegter zei zaterdag: het aantal verkochte poëziebundels bedraagt achthonderd… Per jaar… Van alle dichters gezamenlijk… Noch met een pistool op mijn hoofd noch met het vooruitzicht van een jaar lang gratis winkelen in Donner voor het goede antwoord was ik in de buurt gekomen van dit onwaarschijnlijk lage aantal. Ik dacht aan de Deense hoogleraar Hans Rosling die de meest elementaire cijfers over zaken als levensverwachting, kindersterfte, schooldeelname en inkomen van de wereldbevolking op het westerse publiek loslaat en keer op keer concludeert dat we er verschrikkelijk naast zitten. Uiteraard was poëzieverkoop van een andere orde. Ik weet allang dat ik niks weet en ik wil best een onbekend getal aannemen. Toch zocht ik nog wat rond. Nergens cijfers, nergens een contactadres van Anne Vegter. Misschien bedoelde Vegter de poëzieverkoop in mijn stad. Op 15 januari kocht ik Einde en begin. Verzamelde gedichten van Wislawa Szymborska. De eerste regels van het eerste gedicht ‘Niets tweemaal’ luiden: Niets gebeurt tweemaal en niets / zal tweemaal gebeuren. Geboren / zonder kundigheden, sterven we / dus als onervaren senioren.

Werkdag

rotteOm kwart over vijf kocht ik 300 gram losse spinazie en een half pond kastanjechampignons. Als het op licht en donker aankwam was de winter alweer voorbij. Zonder mijn jas uit te doen legde ik de groenten in de koelkast en liep weer naar buiten. Ik liep de wijk uit en sloeg de weg in die tussen vier en zes voor autoverkeer verboden is. Toch telde ik een stuk of zes auto’s. De straatverlichting floepte aan, al was het nog niet echt nodig. In het westen, ver voorbij de kinderboerderij, bescheen de zon een witte wolk, ik zag alleen oranje kartelranden. Het dijkcafé lokte klanten met koffie met Dudok – zonder de toevoeging appeltaart – en pompoensoep. Het water stroomde kalm. Terug in de wijk was het nog steeds licht. Ik waste de spinazie, liet ze kort slinken in de wok en bakte in een andere pan de champignons. Ik drukte het vocht uit de spinazie, ving het op in een beker en dronk het op. Het smaakte zoals de spinaziesoep van mijn moeder. Ik hakte de spinazie fijn, mengde ze met de champignons en deed er wat roquefort bij. In de pan van de champignons bakte ik vegetarische balletjes.

Essentie

pacemakerMet een state-of-the-art Guidant Insignia I Entra inclusief QR-code en typenummers en een pacemakerpaspoort keerde de tuinbaas huiswaarts. Maar niet eerder dan dat een technicus met een soort loep zonder glas boven haar linkerborst had gezwaaid en gezegd dat het goed was. Pauselijke zegening. Alles draadloos. Kun je nu ook gehackt worden? vroeg ik. Dick Cheney, de schurk die als vice-president onder Busch junior vooral zichzelf bediende, vreesde dat er veel lieden waren die zin hadden om zijn ingebouwde apparaten een slagje anders te zetten. De tuinbaas appte: ‘Het is zo’n geruststellende gedachte dat de wereld niet om mij draait.’ Dat was natuurlijk de essentie van een goed leven. Al kreeg niemand er les in.

Hart

nanostimZe hadden de tuinbaas zomaar op een argeloze zondagavond vanuit een rustige eengezinswoning naar de hartbewaking gereden. Gelukkig kon ze het ons zelf melden. Het paste helemaal in deze tijd: de zelfredzame, met smartphone uitgeruste burger informeert familie en vrienden zelf, verzorgt en passent ook nazorg, ja de kinderen erg geschrokken, ja de man ook, maar niemand in paniek, de nacht redelijk doorgekomen, wel met medicijnen, zowel om te slapen als om het steeds trager slaande hart weer vaart te geven. Zoals dat gaat in een garage verschrompelt de mens tot het haperende onderdeel: het hart. En omdat een hart geen mond of oren heeft en geen handen om artsen en verpleging mee te slaan, gaat iedereen rustig sleutelen en doen zonder met de tuinbaas te overleggen. De voedingsassistent zegt: u mag alleen een beschuit. De tuinbaas: waarom, hoezo? De voedingsassistent haalt haar schouders op. Ik por het vuur via de app op: het zijn de bezuinigingen, een droge beschuit is goedkoop. De voedingsassistent stuurt de verpleegkundige. Uitleg over de beschuitkwestie? Ergens in Keulen dondert het. Maar dan wordt het toch serious business: de oppergaragisten willen een pacemaker gaan plaatsen, vandaag nog. Plotseling valt die beschuit op zijn plaats. Het hart moet nuchter blijven, maar dat mag het hart nog niet weten. Geen paniek. De voedingsassistent en de verpleegkundige groeien uit tot acteurs in een subliem spel. Ik app: de BOVAG wil je een nieuwe accu aansmeren. Ik denk aan die keer dat ik zo’n nanostim in mijn handpalm had, een prachtig kleinood, een strak vormgegeven sieraad, bijna wilde ik het hebben. Ik app: je verhoogt je waarde in één klap met 10.000 euro. Maar ik merk dat mijn luchtige bravoure opraakt.

8 jaar

taartHet zag eruit als chocoladetaart in de vorm van een cake, het smaakte als chocoladetaart in de vorm van een cake, hooguit veel minder zoet, veel minder machtig. Tot zover niks aan de hand. Natuurlijk bevat een chocoladetaart veel meer dan alleen chocola. Maar geen chocoladetaartfabrikant zegt: dit is een palmvet-glucosestroop-bloemverbeteraar-stabilisator-kleurstof-cacaofantasie-hulpstof 1-2-3-128-taart, zeker niet waar kinderen bij zijn. De jarige achtjarige bekeek de huisgebakken donkere lekkernij, het wekte geen afschuw op, en dus vroeg de moeder, geboren zonder de gehaaidheid van de kapitalistische marketing: wil je ook een stukje van deze overheerlijke chocoladebietjestaart? Baf. Hoe ik er ook op los loog – het maakte me niet uit dat ik veel verder ging dan de gemiddelde fabrikant op de voorkant van zijn verpakkingen –, de rode bietjes pookten al in de jeugdige hersenen, in dat deel waar de walging huist en met geen stok was de chocoladebietjestaart meer richting de jarige te krijgen.

Fruitverwerking

fruitGisteren had mijn hoofdpersoon aardbeien ingevroren in diepvriesdozen. Zodra de vruchten versmolten waren tot een blok haalde die de dozen uit de vriezer, dompelde ze kort in heet water tot het fruit losliet van de wanden, deed de blokken over in diepvrieszakken – je had wel honderd diepvrieszakken voor de prijs van één diepvriesdoos – en stapelde de bezakte blokken netjes op elkaar in een hoekje van de vrieskist. Vervolgens waste de hoofdpersoon de dozen in kokend water schoon, klaar voor de oogst van de volgende dag. Vanochtend was er Alice Munro die in het verhaal ‘Dimensies’ een straaltje roze schuim uit het hoofd van een verongelukte jongen laat lopen. ‘Het leek niet op bloed, maar op iets wat je van aardbeien schept als je jam aan het maken bent.’ Vanmiddag las Stefan Hertmans het gedicht ‘De glazen’ uit zijn bundel Neem en lees voor: ‘Het rissen van de rode bessen / op een lege dag […] Gehoorzaam vult ze dan / de heet gespoelde glazen, / glas na doorschijnend rillenglas.’ Ik kon mijn hoofdpersoon ook jam laten maken, dacht ik, een aardbei is een aardbei, en ik wist hoe dat moest, dat spoelen van de potten met kokend sodawater, ook dat roze schuim kende ik, het neigde naar framboos, kroop omhoog langs de rand van de pan, verspreidde een weeïge lucht dat de weke kindermaag tartte, het viel moeilijk te bevatten dat uit zo iets vies zo’n zoete lekkernij geboren kon worden. En hoe goed je ook je best deed, na een jaar konden er bovenin zo’n zorgvuldig gemaakt jampotje toch een paar kortharige blauwgroene kussentjes zitten.