Plaszak

Ik at een pannenkoek. Hij was nog een beetje warm. Het was lang geleden dat ik een pannenkoek had gegeten. Ik deed er basterdsuiker op. Er stond ook schenkstroop op het blad. De jonge verzorgster had me gevraagd of ik wat wilde eten. Dat vond ik attent. Een uurtje geleden had ze me gebeld. Het ging niet goed met mijn vader. Hij was niet wakker te krijgen en hij had verkleuringen op zijn koude knieën… lees meer >>