Turen

stnblIk zat op het achterdek van een veerboot die mij over een paar minuten naar een ander continent ging brengen. De banken waren van hout, het uitzicht op de stad fenomenaal. De dag was nog maar net begonnen. In het gidsje had ik gelezen dat de wijk waar ik straks zou aankomen conservatief was. Een man maakte foto’s van een vrouw met prachtig zwart haar. Dat haar hield ze op een filmsterachtige manier vast zodat de wind het niet in haar gezicht zou blazen. De man gebaarde, de vrouw deed een paar stappen naar rechts. Misschien was het vanwege de brug in de verte. Toen kwamen er twee jonge vrouwen het achterdek op. Ze droegen allebei een gezichtssluier. De ene met de prachtig getailleerde beige mantel liep met haar iPad naar allebei de kanten van het dek en maakte foto’s. De ander droeg een zwarte mantel, iets minder getailleerd en aan de binnenzijde schitterend afgewerkt met goud borduursel. Aan haar voeten zaten dieprode hoge gympen van Nike. Over haar schouder hing een designer tas in zwart en hetzelfde rood als de gympen. Bij haar vriendin zag ik de onderkant van een strakke spijkerbroek en paarse gympen met een oranje zool van Asics. Haar bril was van McLaren. Toen ze klaar was met de foto’s ging ze naast haar vriendin zitten en allebei bogen ze zich over hun smartphones. Eigenlijk iedereen in deze stad zat over zijn smartphone gebogen. In de Grote Bazaar hoefde je niet bang te zijn om bij ieder winkeltje aangesproken te worden, iedereen zat verdiept in zijn persoonlijke schermpje. Bij een kapperszaak zonder klanten zaten de twee kappers, knullen nog, te gamen op een scherm dat aan de muur hing. Buschauffeurs reden met de telefoon aan hun oor. In het vrouwengedeelte van een moskee had ik een jonge vrouw gezien met haar smartphone in haar hoofddoek tegen haar oor geklemd en in een andere moskee had ik een hippe jongen met de telefoon aan zijn oor naar buiten zien lopen. Obers namen de menukaarten mee en bij de bar of het buffet veegden ze weer even over hun schermen. En als je overstak in een file auto’s moest je goed kijken waar de chauffeur mee bezig was. De enige die ik niet op een schermpje had zien turen was de man met een soort steekkar, waarop een weegschaal. Hij stopte op een kruispunt van smalle straatjes in de Grote Bazaar tussen de winkeltjes met kasjmir sjaals, oosterse lampen, merkoverhemden, tapijten en leren jassen. Op een geplastificeerd stuk papier dat aan de steekkar hing stond in geprinte letters: ik ben blind, wilt u mij helpen, ga dan op de weegschaal staan en geeft u mij wat u ervoor over hebt. Ik vroeg mij af of deze man wist dat bijna niemand hem meer zag.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.