Afkijken

Ik las Monte Carlo van Peter Terrin. Eerder las ik van hem Post Mortem, dat ik heel goed vond. Vanwege Terrin las ik Hermans’ De donkere kamer van Damocles, omdat Terrin direct na het lezen van dat boek zijn baan als vertegenwoordiger in natuursteen opzegde en  schrijver werd. Daarvoor las ik twee romans van Willem Jan Otten, die de P.C. Hooft-prijs had gekregen en daarvoor een dankwoord schreef in de vorm van een essay, dat… lees meer >>

Levensontplooiing

Ik las dat de nieuwe werkgeversvoorzitter een stoelendans voorspelde. Dat als er geen economische groei kwam, er ook geen honderdduizend banen voor mensen met een beperking uit een hoed getoverd konden worden. Natuurlijk, de afspraak was gemaakt en zou worden nagekomen. Desnoods door iemand zonder subsidie te ontslaan en iemand met beperking en subsidie aan te nemen. De vraag was voor hoelang. Van een schoolleider in het speciaal onderwijs leerde ik dat ieder jaar maar… lees meer >>

Parade

Ik zat in een zeecontainer. Shanti zei dat er sinaasappelen in hadden gezeten, of schoenen, of Chinezen. Op zo’n containerschip met zijn honderden lijken die containers best groot, maar van binnen viel het reuze mee. Shanti zei dat er neusmensen waren, ze helde haar bovenlijf en hoofd naar voren, die hingen nu al een beetje in de toekomst, zei ze, en rugmensen. In de zweefmolen zat een meisje van een jaar of dertien met op… lees meer >>

Urban by nature

Ik liep door het Antropoceen. De samensteller van de tentoonstelling vond dat de harde historische grens tussen mens en natuur geslecht was, wij waren natuur, de stad was onze habitat, onze natuur, onze cultuur. Ik zag een prachtig park langs de Madrileense rivier golven waar vroeger een snelweg raasde die de stad in tweeën sneed. Die snelweg zat nu onder dat park. De meeste wereldburgers woonden in een stad, bij voorkeur langs de kust, in… lees meer >>

Middenstand

Ik liep door het winkelcentrum waar ik als kind vaak had gelopen. Het was vanwege mijn nichtje. Er was veel veranderd, en ook weer niet. Kwam je binnen via de loopbrug vanaf Ikazia dan zat de Hema nog altijd rechts en sloeg je linksaf dan liep je tegen V&D aan, dat nog altijd links op de begane grond snacks verkocht. Al was het niet meer de friet en het softijs dat ik zo goed kende.… lees meer >>

Meisjes

Ik las de laatste bladzijden van Hermans’ De donkere kamer van Damokles. Op mijn middelbare school was het een populair boek voor de lijst, daarom had ik het toen niet gelezen. In de trein zat ik tegenover een gepensioneerde man met twee Rainbow Loom-armbandjes om zijn rechterpols. Een paar uur later, in de trein terug, zag ik aan de andere kant van het gangpad, schuin voor me, een jongen met een enorme koptelefoon De donkere… lees meer >>

Weten

Ik vroeg de groentevrouw wat ze me kon aanraden. Ze wees naar het doosje snijbonen op de toonbank. Rentenaars, las ik op het kartonnen bordje, 2,99 euro per half pond. Ze lagen keurig in slagorde, de groene huid oogde aaibaar, ik vermoedde een oud ras. Ik vroeg of ze nog wat anders wist. Ze stelde postelein voor. Ik zei: doe maar een pond, en toen ze die had afgewogen, zei ik: doe ook maar een… lees meer >>