Metafoorswitch

Ik las in korte tijd twee keer over plastic tassen. In Half mens van Maartje Wortel denkt Elsa, die net daarvoor Michael Poloni een pistool uit een plastic zak heeft zien halen: ‘Het leven past in een plastic zak.’ Dat deed me denken aan een zin in Grunbergs Blauwe maandagen: ‘Mensen zijn zo vervangbaar als een plastic tas.’ We waren al een tijd bezig de plastic tas te laten verdwijnen, een verbod op de dunste tasjes… lees meer >>

Infuus

Ik at de helft van een portie bitterballen en bestelde zonder nadenken nog een portie. Ik zag veel porties bitterballen langskomen. Kennelijk hunkerden we naar vette warmte na het stuk Door de bank genomen van De Verleiders. We zouden straks, wisten we uit de voorstelling, allemaal twee euro teveel gaan betalen voor die bitterballen: 4,50 euro in plaats van 2,50 euro. Dat verschil was de rente: rente die de vleesboer betaalt over de financiering van zijn… lees meer >>

Kronkels

Ik ging kalfshersenen eten. Kalfshersenen lijken van alle dierenhersenen het meest op de menselijke, zei een hippe krullenbol die ook neurowetenschapper bleek. Hij sneed de kalfshersenen door midden, je kocht een stel voor drie euro bij de slager, een helft paste precies op zijn vlakke hand. Zouden wij geen schedel hebben, dan hadden we ook geen hersenkronkels, en spreidde de roze boel zich onbelemmerd uit tot een meter doorsnede. Hersenen verslinden glucose en energie. Ik… lees meer >>

Jong

Ik had Het bestand uit en ging naar een concertzaal op de Wilhelminapier. Op het laatste onbebouwde stuk, tussen Het Nieuwe Luxor en New Orleans, zag ik kranen achter bouwhekken. In De Rotterdam waren nog veel donkere appartementen. Omdat de miezer overging in dikke regen, rende ik de laatste honderd meter. De lobby zat vol babyboomers. Natuurlijk, de Shaffy Cantate was hun muziek, Ramses was hun bard, die in hun coming of age jaren, schuimend… lees meer >>

Onrustig

Ik had al drie cadeaukaarten van de boekwinkel die in een nieuw pand heropend was. Twintig euro betalen en vijfentwintig euro tegoed krijgen was een goede deal. Met die cadeaukaarten en het nieuwste boek van ‘de enige verontrustende schrijver van Nederland’ (aldus Rob Schouten in december in Trouw), zat ik in de trein. Het meisje tegenover me had witte figuurtjes op de neus van haar zwarte schoenen en op de wreef een bandje met een… lees meer >>

Buitenspits

Ik heb best veel spitsuren in treinen doorgebracht. Zo’n negen jaar op doordeweekse dagen. Zelfs een paar jaar in de eerste klas, wat voor even leuk is, maar uiteindelijk net zo’n kooi als een hypotheek met personeelskorting. Treinreizigers in de spits hebben dezelfde haast als automobilisten in de spits: naar binnen wringen als er nog volk uit moet is het equivalent van gas geven bij een bevolkte zebra. Eenzame blikjes Heinekenbier horen ook bij de… lees meer >>

Oppas

Ik zette de lelie, gerbera, anemoon, kersembloesemtakken, ridderspoor en katjestak in een vaas. Ze kwamen van bloemisterij Kleefstra; ‘sinds 1964’ stond in goud op de sticker die het cellofaan bij elkaar hield. In het licht van de eenentwintigste-eeuwse economie was dat stokoud. In het licht dat Kleefstra in de Noordoostpolder zat ook. Ik had ze van mijn vriendin gekregen, die ze weer had gekregen voor de Mini-Mattheüs die ze in Bant georganiseerd had. Er waren… lees meer >>