Ronde

De oom die ik als kind vijf dagen per week zag, gewoon doordat de plek waar ik woonde ook zijn werkplek was, zou vandaag honderd zijn geworden, als hij niet acht jaar en een paar dagen geleden was gestorven. Ik ren twintig minuten, de rest van de ronde wandel ik. Op de steiger tegenover café Oud Verlaat vier knullen, zestien, zeventien, achttien, zwemshorts over hun onderbroeken, de band met merknaam zorgvuldig zichtbaar, hun ontblote bovenlijven… lees meer >>

Sap

De witte druif heeft dit jaar maar twee trossen, de blauwe druif meer dan tien. In de diepvries nog de oogst van vorig jaar. Een hele grote diepvriesdoos blauwe en drie kleinere dozen witte druiven. De vraag ‘wat doe ik met een overvloedige druivenoogst?’ wordt op internet veel gesteld. Sap van maken. Het is niet moeilijk. De druiven in een pan, zacht vuurtje, zachtjes koken, rustig een paar uur, af en toe roeren, dan laten… lees meer >>

Vakantiegeluid

Een koolmees tikt met zijn snavel op een tak van de sering in de tuin van de buren. Twee mussen scharrelen op de tegels achter in de tuin. Lang niet gezien, mussen. In de tuin achter de onze staat een zwembad. Vroeger in de catalogus van Wehkamp stonden ook zwembaden, ik kon er wel honderd keer naar kijken. De binnenkant was altijd zeeblauw en de buitenkant, van dun metaal of kunststof, was wit met vrolijke… lees meer >>

Zwemmen (5)

Een houtduif drinkt water, een tortelduif baadt in het zonnetje op de rand van de schutting, duwt zijn snavel tussen zijn veren, misschien jeuk, misschien om de boel netjes maken, een koolmees pikt aan het springtouw, nu waslijn, geen idee wat voor lekkers daarop zit. Op de stengels net onder de nieuwe dahliaknoppen ziet het zwart van de beestjes. Ogenschijnlijk geen schade, maar open gaan ze ook niet. Een derde gladiool is uitgekomen, dieppaars. ‘Zou… lees meer >>

Rester vivant/To stay alive

Zijn wafeltjeshaar is overal dun. De grote goudkleurige bril – geelgoud als de plastic poten van een namaak marmeren bijzettafeltje – staat ver op zijn neus. Zijn bolle ogen kijken er dan weer doorheen dan weer overheen. Hij vouwt de zwarte servet open en spreidt die over zijn buik en schoot, de tijd heeft zijn taille opgevuld. Een ober brengt hem een paté foi gras, daar doen ze hier niet moeilijk over, en daarna hele… lees meer >>

Slapen

‘In mijn land,’ zei Z, ‘gebruiken we dit bij de ezel.’ Ze rolde de grijze band, die leek op gordijnband maar dan groter en steviger, uit. Straks zou ik de latten door de lussen van de band steken. Zo weefde ik een lattenbodem tevoorschijn. Omdat Z de klemtoon niet helemaal goed legde, en omdat ik geen geschiedenis heb met dieren als werktuig, duurde het even voor ik haar begreep. ‘Donkey,’ hielp ze me. ‘Oh,’ riep… lees meer >>

Werk (2)

Ik kan me niet herinneren dat ik vroeger geulen in het zand groef en water naar land droeg en zo het principe van stroming onder de knie kreeg. Ik herinner me geen gekleurde schepjes of emmers met vrolijke bloemen op de zijkant. Waarschijnlijk ben ik het vergeten, misschien wilde ik vooral leren zwemmen, misschien mochten we geen geulen en kuilen graven omdat andere badgasten dan konden struikelen. De kruipruimte biedt me een tweede kans. Tijdens… lees meer >>