Een koolmees tikt met zijn snavel op een tak van de sering in de tuin van de buren. Twee mussen scharrelen op de tegels achter in de tuin. Lang niet gezien, mussen. In de tuin achter de onze staat een zwembad. Vroeger in de catalogus van Wehkamp stonden ook zwembaden, ik kon er wel honderd keer naar kijken. De binnenkant was altijd zeeblauw en de buitenkant, van dun metaal of kunststof, was wit met vrolijke bloemen in heldere kleuren. In mijn herinnering was zo’n bad voor in de tuin heel duur, net als de speeltoestellen die op de bladzijde ernaast stonden. De duurste had twee schommels, een glijbaan en een klimtoren. Ik denk dat het zwembad van de achterburen opblaasbaar is. Ik hoor soms iemand pompen. Als iemand erin plonst is het vakantie. Meestal moet diegene even flink zuchten en steunen, daarna zegt ie dat het lekker is. En daarna dat gedruppel op de tegels in de tuin.