Gewone mensen

Iemand dacht dat het een weeshuis was geweest. Een school, opperde een ander. Ik dacht dat de Willem de Kooning hier had gezeten. Hoge plafonds, dikke muren, hoge deuren, karakteristiek tegelwerk in diepe toiletten, een kolossale trap, grote lokalen, brede gangen met antiek mozaïek op de vloer, grijs met zwarte randen. (De eerste gemeentelijke HBS, daarvoor was het ooit gebouwd, en in het plantsoen ervoor stond een monument voor Jacobus Van ’t Hoff, oud-leerling van… lees meer >>

Voortuin

De Japanse esdoorn was gebleven, als enige. Omdat hij tot gisteren omringd werd door een houten bak en alles nu wat lager lag, was er rondom zijn stam een heuveltje, waarop de tuinmannen drie geraniums cinereum Ballerina – ooievaarsbekjes – hadden geplant. Die moesten dat heuveltje gaan bedekken met een weelderige bos lilabloeiende bloemetjes. Achter de esdoorn vijf stuks leliegras, nu louter groen, maar straks met paarse kraalvormige bloemen. Daarnaast zeven stuks ijzerhard: ruwe donkergroene… lees meer >>

Geluk

We hebben een clubje. Vroeger deelden we werk, inmiddels vriendschap. Een keer in de zoveel tijd zien we elkaar. Dan zoeken we elkaar op in elkaars woonplaatsen. Zowel de gelukkigste als de ongelukkigste stad zijn in ons clubje vertegenwoordigd. Evenwichtig. Ik hoorde de journalisten worstelen. Waar kon je het beste naartoe om gelukkig te worden? We zoeken de oorzaak het liefst buiten onszelf. Ze hadden de Atlas voor gemeenten ook direct tot Geluksatlas gedoopt, de… lees meer >>

Rondje

Baby-meerkoeten. Ik tel er zes. Een maand of wat geleden zag ik een meerkoetenparing. Dat was een stuk verderop, tegenover het statige huis dat nu te koop staat. Morgenster. Het mannetje duwde het wijfje lang onder water. De babylijfjes zijn matzwart, in de overgang naar de nieuwsgierige rode koppies zit een wilde dooiergele stola. Bij het basisschooltje hangt de Feyenoord-vlag uit. De boeiboorden moeten nodig geschilderd. Een meisje met haar gezicht tegen de schooldeur dreunt… lees meer >>

Angst, winnaars

Een tijdelijke paal met een geel bord waarop in een blauw vlak een witte P en in een wit vlak de tekst Verboden te parkeren. Eronder een sleepwagen die een auto wegtakelde. Iemand had zijn rode omafiets met prachtig bijpassend kettingslot aan de paal vastgezet. Logisch. Op de hele Coolsingel waren de fietsbeugels met roodwitte linten afgezet met  een niet-parkerenblaadje eraan. Schuin achter de fiets op de stadhuistrappen hief een gezelschap de champagneglazen op een… lees meer >>

Eekhoorn

Even een weekje overgeslagen en alles is anders. De rode paardenkastanjes op het pleintje waar ik boven de grond kom bloeien uitbundig. Het enorme pand waar lange tijd alleen een architect antikraak kantoor of huis hield, is gestript van al haar ramen. Rondom het pand een bonte mengeling van busjes van eenpitter bouwvakkers. Geven VMBO en MBO al les in ‘hoe sleep ik mijn werk bij elkaar?’ Bij de galerie een paar nieuwe kunstwerken aan… lees meer >>

Maar toch

Een vogel op hoge roodoranje poten op het wad, straks even opzoeken, nu kijken, want zo’n zelfde vogel gaat er achter staan. De voorste staat doodstil, de achterste fladdert met zijn vleugels, hyper zoals een baby soms zijn armpjes, doet een piepklein stapje naar voren, en nog een stapje en nog een, tot vlak achter de vogel voor hem zonder dat hieperdepiepgefladder te onderbreken. Het lijf is bruinwit, de onderkant van de vleugels wit, de… lees meer >>