Chinezen zijn gewend om te lijden, ze zijn er meesters in, zei financieel econoom Andy Xie, geboren in China. ‘Eating bitterness’ was al eeuwenlang een gevleugelde Chinese uitspraak, die de Chinezen eraan herinnerde dat het leven in ieder niet geval niet draait om het najagen van geluk.
Ik zag Xie in het tv-programma Tegenlicht, dat ging over ‘de wereldkaart volgens China’. Maarten Schinkel, financieel journalist van NRC, legde uit welk uitzicht een Chinees leider op het strand van China heeft: hier Taiwan, daar Japan, daar Zuid-Korea, en daar de Filipijnen. Een cordon, zei hij, een omstrengeling van landen in de Amerikaanse invloedssfeer. Ooit had Schinkel in Indonesië een wereldkaart gekocht. In het centrum van die wereldkaart lag de Stille Oceaan, en landen als Taiwan, China, Japan, Indonesië, de Filipijnen. Europa viel aan de linkerkant bijna van de kaart af. Hij keek regelmatig naar die kaart.
Vanaf het jaar nul, ging Schinkel verder, waren China en India altijd de grootste economieën geweest, met ieder grofweg zo’n kwart als aandeel in de totale wereldeconomie. Tót vanaf 1700, 1800 Europese landen op kolonisatiepad gingen en daarna de industriële revolutie beleefden. Toen stelden China en India nauwelijks meer iets voor. Voor China, zei Schinkel, is de huidige toestand een kortstondige abberatie in de geschiedenis, en moet die eeuwenlange dominante positie als grootste economie zo snel mogelijk hersteld worden. Onder andere door ook zijn directe omgeving te domineren, bijvoorbeeld door Taiwan weer bij China te voegen, en in die pogingen niet de VS tegen te komen.
En daar was Xie weer met zijn ‘eating bitterness’. Als China Taiwan ging binnenvallen en het westen zou dezelfde sancties treffen als het nu deed tegen Rusland na de inval in Oekraïne, dan zou er aan beide kanten heel veel ‘bitterness’ geslikt moeten worden: telefoons die twee keer zo duur worden, een Levi’s voor 80 dollar in plaats van 40, auto’s die niet afgemaakt konden worden vanwege dat ene ontbrekende onderdeel. Om nog maar niet te spreken over medicijnen, grondstoffen, computerchips, bouwmaterialen. Het westen zou niet eens de fabrieken kunnen bouwen die nodig waren om de weggevallen Chinese import te vervangen. Afijn, tijdens corona hadden we onze afhankelijkheid van China al kunnen proeven. Zoiets ogenschijnlijk simpels als mondkapjes konden niet zonder Chinese hulp in Europa gemaakt worden. Het zou erger worden dan de jaren dertig van de vorige eeuw, voorspelde Xie, veel erger, en de Chinezen zouden die bittere pil veel makkelijker slikken dan het westen. Dat wist hij zeker.
Ik bekeek de uitzending zonder verwarming met een extra fleecejack over mijn bovenlijf, een dekentje over mijn benen en een beker warme thee in mijn handen. Dit was dus kinderspel.