Winterjas

Voor de tweede keer deze herfst de wintersjaal om, voor de eerste keer de winterjas aan. Op de klok is de avond nog niet begonnen, maar de lucht is al meer dan duister en gevuld met hele lichte miezer, als de tinteling in net niet plat bronwater. Ik loop nog even langs de winkel voor een attentie; wat past er bij Peter Verhelsts Tongkat, het boek dat we straks gaan bespreken? Oppassen bij de zebra, op dit tijdstip hebben mensen zoveel haast. De lichten in de winkel schijnen vol, hier is nooit herfst of regen, bijna ieder gelaat is weer bedekt. Ik pak de roze alcoholvrije bubbel die R en ik best oké vinden. In het winkelcentrum zijn de feestlichtjes aan, ergens liggen die tien maanden te wachten tot ze weer naar buiten mogen, het enige weer dat zij meemaken is nat, koud, grijs, donker.

Bij de snackbar wachten mensen, verderop rinkelt de bel van de overweg voor de metro. Ik wacht, ik loop verder. Het is niet ver, de route vertrouwd, langs deze flat, langs deze parkeerplaats, langs dit plantsoen liep ik tien jaar heen en weer: van en naar de supermarkt, van en naar de metro. Ik passeer de flat waar we ooit woonden, steek de weg over, sla linksaf en verderop rechtsaf, de wijk in. Op nummer 34 bel ik aan.

De tafel is al gedekt, kleurrijk servies van een mooi merk. ‘Ik spaar het langzaam,’ zegt de gastvrouw. Het eten is verrukkelijk, het boek bleek niet voor iedereen makkelijk, we halen er veel uit. Aan degene die er niet bij kan zijn laten we weten: goede recensies, maar geen makkelijk weggeefboek.

Ruim vier uur later sta ik weer op straat, twee mensen fietsen weg, moderne fietsen met een belt drive op de plaats van de ketting. Ik loop een stukje op met iemand die de metro pakt. De wereld lijkt lichter, het is droog.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.