Een trouwe lezer vroeg of het goed met me ging. Ze miste mijn blogs al een tijdje. Ik was geroerd. Ik miste ze ook, maar ze gingen niet samen met de dynamiek die er sinds 1 januari in mijn leven is gekomen. Er is het broodbakgebeuren, daarover schreef ik al eerder op deze plek. Het heeft zo’n aangename vlucht genomen dat R en ik sinds het eerste brood dat op 1 januari uit de oven kwam, geen brood meer hebben hoeven kopen. Zelfs stokbrood is een peulenschil sinds ik Frans T65-meel bij de molen heb gekocht. Ik denk inmiddels veel te weten van het ogenschijnlijke simpele samenspel tussen water en meel, eventueel gist en een snufje zout. En iedere dag leer ik bij.
Vanaf het eerste brood filmden we het aansnijmoment, R staat achter de camera, ik ervoor, R stelt vragen en maakt opmerkingen zoals alleen hij dat kan, ik vertel over mijn zuurdesem/deeg/bakervaringen, deel nieuwe inzichten en vers opgedane kennis (meel is zelden nog meel zoals meel ooit was), dan snij ik een flinke snee van het brood en die gaan we proeven en becommentariëren we waarbij ik soms zo’n Yvette van Boven-knipoog probeer na te bootsen.
Wat begon als een lockdowndingetje, als een manier om verbonden te blijven met een paar vrienden en familieleden, heeft een vlucht genomen. Er is geen brood onze magen ingegaan alvorens het aansnijmoment gefilmd en gedeeld is. Er passeert in die fimpjes inmiddels meer dan alleen broodwetenswaardigheden. Er zijn mensen rondom ons aan het bakken geslagen, ik kreeg kruiden opgestuurd, Brotgewürz, om een heus Berlijns/middenoosters brood mee te kneden. En in de plaats waar een wereldmeesterbakker is neergestreken aten we een verrukkelijk zuurdesemolijvenbrood waarna ik me verdiepte in olijven en een leverancier in Niebert vond zodat ik brood kon bakken met olijven die níet in gootsteenontstopper zacht zijn gemaakt. Het broodfeuilleton, door sommigen ook wel een vlog of een influencerdingentje genoemd, heeft een groeiende schare aan bijpersonages en kijkers.
En dan is er nog de moestuin. Na een kleine vingeroefening vorig jaar, dankzij drie kwekelingen van de tuinbaas, pak ik het dit jaar serieus aan en ook al hanteer ik de Makkelijke Moestuinmethode van Jelle, je kunt er zomaar een uur per dag (of meer) mee bezig zijn om alle plantjes op de vensterbank in leven te houden tot ze naar buiten mogen en de plantjes buiten van water te voorzien en hun vruchten te plukken. We aten al peultjes, sugarsnaps, rucola, Aziatische pluksla, winterpostelein, paksoi (wat een makkelijke groente is dat) en radijs, maar er mislukte ook van alles: de snijbiet, wortelen, rode bieten, spinazie en Nieuw-Zeelandse spinazie hebben zich niet of nauwelijks laten zien. Misschien was het te koud of te nat of allebei.
Het opruimproject waarover ik op deze plek ook al eerder schreef, is inmiddels zover dat ik aan de papieren en foto’s van mijn voorouders ben toegekomen. Ze zijn na de dood van mijn vader in de lades van het bureau beland waaraan ik nu zit te tikken, ongesorteerd, ongeordend en wie weet zit er beneden in het huis in een van de dozen nog meer. Zeven jaar geleden, nadat we de eensgezinswoningvullende huisraad van mijn net overleden vader door onze handen hadden laten gaan met duizenden beslissingen, was ik allang blij dat dit nog uit te zoeken restant ergens uit het zicht kon liggen. Maar nu ik al opruimend door mijn eigen persoonlijke archief heen ben, ik kasten heb weggedaan en de laden van dit bureau nodig heb, is het tijd om ook die zeven jaar oude schatkist open te breken. Ik heb inmiddels een Rotterdamse architect gemaild van wie ik vermoed dat hij de kleinzoon respectievelijk achterneef is van een broer en een zus van wie ik brieven aan mijn oma en mijn vader heb gevonden. Is in zijn familie de correspondentie ook bewaard gebleven? Liggen daar wellicht nog brieven van mijn oma en vader?
Dan is er nog de dagelijkse coronawandeling van een uur met R. En ook de cello-oefeningen probeer ik tot een vast onderdeel van de dag te maken. Tussen al deze doenerige dingen door ging ik af en toe aan dit bureau zitten, tikte wat, maar een blog naar mijn tevredenheid wilde er niet uitrollen. Misschien komt het wel weer. Vlogjes zijn er dus wel, ja het scheelt maar één letter, maar het voelt een beetje als vreemdgaan. De lezers die er nieuwsgierig naar zijn, kunnen een mailtje sturen door bovenaan deze pagina op het woordje CONTACT te klikken.
De trouwe lezer die zo lief was naar mijn welbevinden en de blog te vragen, bedank ik van harte. Het gaat goed, uitstekend zelfs.