Vice-presidente

Er waren muggen. Eerst een stuk of vier, vijf, zes, een dag later een stuk of zeven, acht, negen. Toen was er dat weekend met sneeuw en waren de muggen weg. Maar toen de sneeuw weg was, waren de muggen er weer. Ze kwamen tegen het einde van de middag, begin van de avond. Gewapend met zwartgele tennisrackets sprongen R en ik met enige regelmaat van de bank of een stoel op om door woonkamer of keuken te jagen en we prezen onszelf dat de muren wit waren en de muggen zwart en dat ze ook niet zo snel waren. We barbecueden de muggen op onze rackets. Overal ontstonden tijdelijke kerkhofjes, al namen we het liefst geen enkel risico en spoelden we ieder lijkje met een flors water het riool in, want soms leek zo’n verschroeide der aarde toch nog op te fladderen.

Eerst dacht ik dat ze binnenkwamen door het klapraampje in de benedenkamer: het staat open als er was te drogen hangt en heeft geen hor. Heel even leek er een verband tussen de muggen en het raampje, maar als snel liep dat vermeende verband stuk. Logischer, maar minder makkelijk qua oplossing, was dat ze uit de kruipruimte kwamen. Sinds deze wijk nieuwe riolering heeft, staat er het hele jaar water in de kruipruimte. Voorheen was dat hooguit in de winter een beetje. Tel daarbij de afwezigheid van een week goede vorst en een muggenkraamkamer is geboren. Achter het trapje op de begane grond zit een luik dat toegang geeft tot de kruipruimte. Dat luik sluit niet helemaal strak af. Ik was al bezig geweest met een oude handdoek, maar dat was natuurlijk lapwerk. Op de middag dat ik keek hoe Kamala Harris en Joe Biden werden ingezworen als vice-president en president van de Verenigde Staten, en ik ondertussen zeker dertig muggen het leven benam, besloot ik tot actie over te gaan.

Toen de plechtigheid voorbij was en de Nederlandse televisie ging nabeschouwen, veegde ik mijn wangen droog – ik was diep geroerd door de hoeveelheid vrouwen die op het podium krachtige woorden spraken en officiële functies vervulden, ik dacht aan al die jaren, het grootste deel van mijn leven, dat dit soort podia vrijwel louter met mannen gevuld waren en dat ik dat als een gegeven had beschouwd –, schakelde ik over naar de radio, pakte ik een oud dekbedovertrek, een grote blauwe vuilniszak, een schaar en een rol ducttape. Ik zette R’s nieuwe fiets in de gang, schoof op de plek waar de fiets had gestaan de oude overtrek achter het trapje en voor het luik, ging op mijn knieën en vouwde mezelf lichtjes op. Ik hield de zak voor het luik. Hij was groot genoeg. Met korte stukjes ducttape begon ik de zak vast te zetten. Toen dat was gelukt, begon ik langere stukken ducttape af te scheuren. De grijze tape drukte ik half op de zak, half op het tapijt dat ik daar tegen de muur heb geplakt: deels om te isoleren, deels om de oneffenheden weg te werken. Ik werkte secuur, er mocht geen kiertje openblijven, ook niet onderaan.

Op de radio bespraken journalisten en Amerikanisten de inauguratie en namen nog eens Harris’ loopbaan door: officier van justitie in Californië, senator. Ik drukte nog een laatste keer alle tape goed aan. Buiten begon het te waaien, het weerbericht voorspelde zware windstoten, ik hoorde de plastic zak bewegen. Soms, bij hevige wind en storm, blaast de windkracht het luik uit het kozijn. Ik kon het niet hebben dat juist nu ik het lek gedicht had, later op de avond of vannacht de storm mijn anti-muggenconstructie ging wegblazen. Ik opende de meterkast tegenover het trapje. Daar stond een lat. Ik legde de lat op de grond tegen de staanders van de trap. Ik pakte een andere lat, maar die was te lang. Toen pakte ik de grote waterpas. Ik schoof hem onder de trap, zette de ene kant op de grond tegen de lat en de andere kant tegen het luik. Gebarricadeerd.

Ik doodde die avond nog zeker dertig muggen en ook ’s nachts pakte ik er nog een op het tennisracket en daarna nog een, twee speldenknoplichtjes in het donker. Maar toen ik opstond was er geen nieuwe aanwas.

Een paar dagen later, toen ook de laatste mug uit zijn schuilplaats was gekomen om op ons tennisracket zijn einde te vinden, liet Nieuwsuur de vraag zien die Kamala Harris in 2018 als senator stelde aan Brett Kavanaugh, de conservatieve rechter die Trump voordroeg voor het Amerikaanse Hooggerechtshof en met wiens komst de vrees bestaat dat het Hooggerechtshof gaat tornen aan Roe vs Wade, de grondwettelijke bescherming van de vrijheid van een zwangere vrouw om over haar eigen lichaam te beschikken en voor abortus te kiezen zonder overheidsbeperkingen. ‘Kent u wetten die bepalen dat de regering besluiten mag nemen over het mannenlichaam?’ vroeg Harris. ‘Nee,’ zei Kavanaugh na een poosje nadenken. Ook een soort roosteren, dacht ik. En: onthouden, deze vraag.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.