Ik kreeg een brief van de Belastingdienst. Het was een voorlopige aanslag voor 2021. In de brief stond dat als mijn situatie gewijzigd was ik via de website van de Belastingdienst gemakkelijk een wijziging kon doorgeven. Ik logde in op de website van de Belastingdienst, tikte aan dat ik iets wilde wijzigen en belandde in een compleet aangifteformulier. Dat leek me niet gemakkelijk. Ik kon kiezen uit een blanco formulier of eentje met de voor ingevulde gegevens van 2019. Ik koos voor het laatste. Ik zag dat het de gegevens waren die ik een klein jaar geleden ook kreeg waarna ik er in het aangifteproces nog heel veel gegevens aan toevoegde.
Ik bekeek de betaalinformatie die bij de brief zat. ‘Standaard’ was het om in termijnen te betalen. Betaalde je in één keer dan kreeg je 1 euro korting. Die euro mocht ik aftrekken van het bedrag, maar alleen als ik op tijd betaalde. Op tijd was voor 28 februari. Helemaal onderaan de brief stond dat het bedrag op 31 december binnen moest zijn. Ik dacht: ik ga niet een hele aangifte doorakkeren, ik betaal gewoon rond de kerst en dan is het al bijna 2022 en tijd voor de aangifte over 2021 en dan krijg ik dat geld wel weer terug.
R kreeg een paar dagen later ook zo’n brief. Bij hem stond niet dat zinnetje dat het geld op 31 december binnen moest zijn, alleen die datum van 28 februari.
Ik besloot te gaan bellen. Het keuzemenu gaf vier opties, de vierde was ‘overige vragen’. Ik tikte op 4. Een stem zei dat er geen opgave ontvangen was. Ik tikte nog een keer op 4. De stem zei opnieuw dat er geen opgave ontvangen was. Ik tikte niks meer. Toen zei de stem dat mijn bsn-nummer niet goed was doorgekomen. Ik deed opnieuw niks. Er begon een nieuw keuzemenu met drie dingen waarin ik niet geïnteresseerd was, opnieuw tikte ik op 4. Toen kreeg ik een echte stem.
Ik vertelde over het bandje, dat daar iets mis ging. Vervolgens stelde ik mijn vraag. Hoe kon ik gemakkelijk een wijziging doorgeven zoals de brief beloofde? Tja, de mevrouw gaf toe dat het niet altijd zo makkelijk was. Klopt het, vroeg ik, dat ik kon wachten met betalen tot 31 december? Nee, nou, niet helemaal. Op 28 februari moest er een eerste termijn zijn ontvangen. Maakte ik dat niet over, dan ging ik herinneringen krijgen. Niet voor het hele bedrag, alleen voor de nog niet betaalde termijn of termijnen. Met het versturen van die herinneringen hadden ze vorig jaar trouwens lang gewacht, zei de vrouw, vanwege corona. Hoe dat dit jaar zat, wist ze niet. Als ik niks deed, kreeg ik dan op een gegeven moment boetes? vroeg ik. Nee, geen boetes. Al konden er na de herinneringen wel aanmaningen komen. Dus toch boetes, zei ik. We wensten elkaar een fijne dag.
Ik liet er een paar dagen overheen gaan, maar het zat me niet lekker. Ik logde opnieuw in, keek weer naar het formulier. Als ze nou maar, dacht ik, echt de allerlaatste gegevens hadden gebruikt, dus alles wat ik in 2020 had ingevuld voor het jaar 2019, een jaar waarover de dienst ook al definitief beschikt had, dan zou dat veel werk schelen. Dus belde ik nog een keer. Weer kreeg ik vier keuzes, weer tikte ik op 4, weer werd mijn opgave niet herkend, weer kwam de melding over een bsn-nummer dat ik niet had ingetoetst, weer kwam een nieuw keuzemenu etcetera. Uiteindelijk kreeg ik een jongeman aan de lijn. Ik legde de kwestie nog een keer voor. Ik zei: doe me een formulier met de allerlaatste cijfers. Hij ging even kijken. Nee, het was geprogrammeerd zoals het geprogrammeerd was. Hij wist ook niet waarom.
Kan het misschien niet? zei ik. Technisch? Dat jullie systemen het niet aankunnen? Schrijf dat dan op, dat jullie snappen dat het logischer zou zijn om echt de recentste gegevens in te vullen, maar dat dat niet kan omdat de automatisering van de Belastingdienst op omkiepen staat. Dan weet de belastingbetaler dat jullie nadenken, én dat de belastingbetaler richting de verkiezingen van 17 maart op zoek moet naar een partij die flink gaat investeren in de Belastingdienst. De jongeman was het met me eens, maar ik hoorde wel dat hij hier niks aan ging doen. En, zei ik, schrijf vooral níet op dat een wijziging doorgeven ‘gemakkelijk’ is. Hij noteerde het.
Ik dacht aan Alex Brenninkmeijer, de oud-ombudsman die eind vorig jaar in Trouw zei dat ‘we nu in een land [leven] waar de wetgever, de uitvoerder én de rechtspraak structureel zijn vergeten dat het uitgangspunt van overheidshandelen moet zijn dat burgers behoorlijk worden behandeld.’ Ik dacht aan Herman Tjeenk Willink, oud-vicepresident van de Raad van State, die onlangs in NRC schreef dat bij al dat herstellen van de orde bij de Belastingdienst door opeenvolgende staatssecretarissen ‘zelden de vraag wordt gesteld waarom een eertijds goed functionerende dienst zo is ‘afgezakt’.’
O ja, vroeg ik de jongeman. Stel, ik ga toch een dag lang alles voor 2021 uitzoeken, schatten en invullen, wat ga ik begin 2022 krijgen? Het met bloed, zweet en tranen ingevulde formulier of gewoon weer zo’n half formulier met alleen maar de gegevens die de Belastingdienst van anderen had gekregen? Hij vreesde het laatste.
We wensten elkaar een fijne dag.