De straat op hoeft niet, laat de mensen die morgen moeten werken vandaag lekker in het zonnetje lopen.
Ik rij de groene container naar de achtertuin. Eerder deze week knipte ik al de bloemen van de Annabellen en het dorre blad van de grassen naast de schuttingdeur. Nu ga ik verder met de andere siergrassen. Ook de afgestorven restanten van het wilde bloemenmengsel in de nieuwe plantvakken ruim ik op, ik hoef alleen maar te plukken. Af en toe verwond ik me aan het restant van m’n eigen landmijnen: de satéprikkers die ik vorig jaar in de nog kale grond stak tegen poepende katten.
In de borders onder de amberbomen til ik wat herfstblad op: nieuwsgierig of de planten van de Edense kweker hun eerste winter overleefd hebben. Het stevige frisgroene blad van de Dikke Floskes staat al zeker tien centimeter hoog, je zou het zomaar verwarren met het groen van bollen, maar dit groen is compacter. Onder de zielige restanten van de Blaue Auslese gloort mals groen: nog dicht bij de aarde, maar beloftevol veel en vol. De Phloxen geven nog geen sjoege, ze leden vorig jaar flink onder de meeldauw, afwachten of ze een nieuwe start gaan maken. Van de Kaapse lelie schuif ik het stro en hooi opzij, goed kijken, ja, jonge scheutjes. Deze planten zijn er nog door de tuinman ingezet. Vorig jaar hebben alleen de lelies rechts van de vijver gebloeid, hopelijk doet links dit jaar ook mee. Anders een Agapanthus ‘Rotterdam’ erbij zetten. Die hebben ze in Ede. Hopelijk kan ik er in juli of augustus een keertje heen. Hopelijk kan dat dan weer. Hopelijk ben ik niet ziek geworden.
Dan de vijver. Ik heb al één keer ’s nachts het lage gebrom van een bruine kikker gehoord; het schoonmaken van de vijver is altijd een dilemma. In de herfst draal ik te lang, bovendien moet het meeste blad dan nog vallen. Dan wordt het winter en kan er van alles in het ondiepe watertje aan het overwinteren zijn en nu wil ik op tijd zijn voor er dril in het water drijft, want mét dril is de vijver nauwelijks nog schoon te maken, en ik wil die kikkervisjes wel een fris watertje bezorgen. Dus dreggen maar. Maar met het weghalen van het blad maak ik het ook makkelijker voor de blauwe reiger. Al drie keer betrapte ik er eentje die naast de vijver stond te loeren op een hapje.
Ik neem de hark en duw die met de tanden naar boven langzaam over de bodem, van de ene rand van de vijver naar de andere rand, als een soort schep. Daar aangekomen til ik de hark voorzichtig omhoog, er liggen heel veel blad en los gewaaid siergras en takjes op. Ik kijk of er iets beweegt of glinstert, nee, dan draag ik de volle hark naar de tegels achter in de tuin en draai de hark om. Zo ga ik als een behoedzame korboomvisser door de hele vijver tot er een dijkje van nat blad ligt. De komende dagen blijft het droog met een schrale wind, kan het lekker opdrogen. Eén keer zit er een kikker tussen het blad, ik laat de hark weer in het water zakken, beweeg de vracht een beetje naar rechts, de kikker drijft naar links, dan til ik de hark weer uit het water.
De waterlelies steken de puntjes van hun eerste, nog opgerolde bladeren net boven het water. Daar zat vorig jaar ook iets in, meeldauw?, ik ben het alweer vergeten. Ik hoop op meer bloemen dit jaar.
Dan nog een laatste klusje. Ik stap door het gat in de muur de ruimte onder het terras binnen. Voorzichtig schuif ik een sinaasappeldoos weg, die met de bodem naar de opening in het muurtje de hele winter de eerste kou heeft opgevangen voor het wormenhotel. Het bubbeltjesplastic dat ik losjes om de emmers heb gedaan, wikkel ik los en dan til ik het oranje deksel op. Restantjes bananenschil zijn nog altijd herkenbaar. In de emmer eronder is niks meer herkenbaar, wel wormen die rustig door vrijwel volledig gecomposteerd groenafval bewegen. In de derde emmer nog meer wormen in mooie compost. In de onderste emmer glinstert gitzwart water dat sterk verdund fantastisch plantenvoedsel schijnt te zijn, en waarmee je naar verluid ook heel goed doucheputjes van aanslag en bacteriën kunt ontdoen.
Morgen zal ik de voedertafel en de voedersilo bijvullen. Het is koud, de vogels eten veel.