Tafelschikking

Op een Sisi-achtige bruiloft tegen de achtergrond van het filmische decor van een lieflijk Beiers stadje (dat in een andere tijd de Junker SS-opleiding herbergde) met beschilderde koopmanshuizen in een sprookjesachtig Kurhaus met ronde feestzaal en bijzalen met twinkelende kroonluchters, zware gordijnen, lambrizeringen, stoelen met krullen, druipende kaarsen en de klassieke klanken van een strijkkwartet, belandde ik tijdens het diner naast een architect tevens oom van de bruid. Over de tafelschikking was, zo wist ik van de moeder van de bruid, zeer zorgvuldig nagedacht.

Ik leerde hoe je zonder modern instrumentarium een fundering – in dit geval vier stapels stoeptegels ter ondersteuning van de hoekpunten van een zeecontainer – waterpas kunt krijgen. Ga naar een bouwmarkt, koop twintig meter doorzichtige tuinslang, bindt één uiteinde van de slang aan een stok bij een van de tegelstapels, bindt het andere uiteinde van de slang aan een tweede stok bij een tweede tegelstapel, laat de rest van de slang op de grond liggen en vul de slang met water tot die bijna vol is. Kijk bij één uiteinde tot waar het waterniveau in de slang komt en zet op die plek een streep op de stok, doe hetzelfde bij de tweede stok. Herhaal dit bij de andere plekken die je in dezelfde lijn wilt krijgen als plek één en twee. Tussen de stokstrepen bevindt zich een perfect waterpas vlak.

Nadat de container op de stoeptegels was geplaatst, had de architect stukken wand uit de container vervangen door glazen puien en een deur. Het meeste werk had hij nog gehad aan het verven en reinigen van de container die tweedehands was. Met de kennis van nu zou hij altijd voor een nieuwe zeecontainer gaan. Ten eerste omdat je dan twintig jaar niet hoeft om te kijken naar roest. Ten tweede omdat je dan je hoofd niet hoeft te breken over hoe je de cocktail van pesticiden van de wanden krijgt waarmee containers voortdurend worden volgespoten om versleping van beestjes over de wereld tegen te gaan. Leerzaam. Verbleef je eenmaal in de container dan snapte je niet meer waarom je nog een heel huis zou willen.

Naast R zaten een oom en tante van de bruidegom. Ze waren allebei psycho-analyticus. De tante wist daarnaast ook felle rijpaarden te temmen en cello te spelen. Na het voorgerecht van zalm en de zijdezachte soep van pompoen en paprika bracht de tante samen met haar broer, die dus de vader van de bruidegom was, en ook viool- en cellobouwer en amateur-violist, een mooi stuk ten gehore. Weer terug aan tafel vertelde ze dat ze voor ze haar patiënten ontving de dag begon met een uur cello spelen. Het gaf haar rust en concentratie. Ook al zo leerzaam.

Een cello past in een container.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.