Vogelaarsgeluk

Er hangt een grote bonte specht aan de groene pindakaaskooi boven de vijver.

Aanvankelijk had ik enige twijfel over de vogelpindakaaspothouder met geïntegreerde beschermkooi. Eerst omdat de kool- en pimpelmezen niet direct aanvielen nadat ik de kooi in de tuin had gehangen, daarna omdat de mezen wel op de kooi gingen zitten, maar niet naar binnen gingen om uit de pot te eten. Ze gebruikten het eerder als tussenstation voor de naast hangende voedersilo met zaden en pitten waar ze wél door de tralies naar binnen gingen. Maar omdat ik ‘m bij de Vogelbescherming had gekocht, durfde ik niet echt te twijfelen.

De specht met zijn rode broek hangt rustig, of moet ik schrijven: zit? Zijn pootjes zijn gemaakt voor verticale oppervlakten.

Inmiddels ging het goed met de kooi, de mezen pikten regelmatig hun kruimeltjes pindakaas. Vorige week hing er zelfs een felgroene halsbandparkiet aan de kooi, hij hakte met zijn korte, kromme snavel op het metaal, maar de pindakaas bleef buiten zijn bereik.

De snavel van de grote bonte specht is smal en lang genoeg om door de tralies de pot te bereiken. Hij eet rustig.

Een ekster was het vorige week trouwens wel gelukt om aan het pindakaashuisje vlakbij het keukenraam te gaan hangen en eten. Afijn, ook eksters hebben trek.

Ik sluip naar de tafel, pak mijn telefoon, maak een foto. Als de specht allang weg is, zoom ik nog eens goed in op de kop: geen rood petje, dus geen jong, geen rode vlek op het achterhoofd, dus geen man. Ik hoop haar terug te zien, de vrouwtjesspecht die mijn hart liet vreugdedansen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.