Net als vorige week weer veel meerkoeten in de plas met daartussen hier en daar een futenpaar. Maar… goed kijken. Niet ieder zwart stipje is wat het lijkt. Door de verrekijker ontdek ik eenden. Eenden met een zwarte kop en een witte buik, of een vieswitte buik, en een kuifje. Ook eenden met een zwarte kop en een bruine buik, klein kuifje, geel kraaloogje. Natuurlijk, zal ik straks zeggen als ik thuis de boeken opensla: de kuifeend. Het mannetje heeft de witte buik en de duidelijkere kuif, het lijf van het vrouwtje is bruin en haar kuif kleiner.
Op de palen langs het kabelbaanwaterskiparcours zitten aalscholvers. Sommigen hebben hun vleugels uitgespreid als dominees die de zegen geven. Maar wat is die wat kleinere vogel met die witte buik op die vierde paal? Een jonge aalscholver, zal ik straks in de Vogelgids lezen. Net voor het skatepark krijgt een groepje sporters instructies van een docente. De kettlebells liggen al klaar op een bankje. Op de grond zo’n draagbare speaker in de vorm van een worst waaruit onduidelijk gedreun. De mens en zijn angst om zichzelf te horen. Vanaf het brede strand langs de boulevard ontdek ik turend door de verrekijker meer vreemde vogels. Op een steiger waar ik straks zelf ook langs zal lopen doet een groepje sporters de plank. Straks zullen me me dravend passeren.
De laatste hoek grond aan het einde van het strand gaat bebouwd worden. Er is protest geweest, maar nu staan de grondverzetmachines en draglines er om beschoeiing tussen water en land aan te brengen en de verschillende landjes op te hogen. Daar aan de noordkant van de plas langs het riet een paar waterhoentjes met hun in helder gele en rode verf gedoopte snavels. Ook de roodborst schiet hier heen en weer. Natuurlijk ook overal wilde eenden, in koppeltjes. En reigers. En veel jonge knobbelzwanen met hun lichtbruine verentooi, slechts af en toe een volwassen witte. Ik vermoed ook een paar tafeleenden, ik meen ze te herkennen van vorig jaar met hun roodbruine koppen. Weer dichterbij de oude strandjes aan de westkant zijn het meeuwen die de palen in het water bezetten, waarschijnlijk gewone kokmeeuwen die dankzij de rui hun zwarte kop al kwijt zijn.
Dan de dijk op naar de rivier. Daar wordt geroeid, de roeiverenigingen hebben hun honken verderop, dichter naar de stad toe. Bij café Oud Verlaat staan veel racefietsen en mountainbikes in de rekken. In groepjes sporten op zondagochtend is ook: samen koffie drinken, ouwehoeren en misschien zelfs appeltaart. Op de oude afvalberg roetsjen de eerste ski-klasjes over de witte en groene borstelbanen. Die tijd van het jaar komt er ook weer aan.