Wormenhotel (2)

Ik reed naar een wijk waarvan ik alleen de achterkant kende omdat de metro daar langsgaat en ik dacht vaak, al vanaf dat het wijkje tussen de metro en een drukke N-weg gebouwd werd: ‘Wie wil daar nou wonen?’ Nu was ik er voor het eerst en er stonden mooie huizen, speelse huizen, er was veel groen en een grote speelweide en je zag eigenlijk niks van de metro en ook niet van de N-weg, omdat langs de randen buffers van kantoorachtige bedrijven stonden. Er was water en er waren bruggetjes en grappige straatnamen en op Wikipedia las ik dat het water, de straatnamen, de bijzondere speelplekken, de autoluwte, de architectuur en de bruggen allemaal geïnspireerd waren op de harmonieuze wereld uit het sprookjes- en prentenboek Fascinatio, de wonderwind van Tom Manders jr. dat gaat over verwondering, over de elementen, de natuur en de oorsprong van het leven. Ik had me weer eens een oordeel aangemeten zonder kennis van zaken, zonder onderzoek. Ik parkeerde voor het adres dat Henk me had gemaild, pakte mij rugzak, stapte uit en belde aan. Henk had een baard en zwaaide met zijn arm om me binnen te noden. ‘Heb je een bakje bij je?’ vroeg hij. Ik knikte. We liepen door de ruime woonkeuken waar op een grote hoekbank een stuk of vier kinderen met oranje randen om hun lippen zaten te lepelen uit grote kommen. ‘Eet smakelijk,’ zei ik. Langs de kinderen liepen we een kleine tuin in naar het afdak achterin. Daaronder stond Henks wormenbak. Het waren drie flinke rechthoekige bakken, in elkaar gestapeld. Van een bankje pakte hij een tuinschep en tilde de bovenste bak uit de middelste. Ik haalde de plastic bak uit mijn rugzak. Henk begon voorzichtig in de zwarte compost te zoeken naar een schep met voldoende wormen erin. Een blond meisje met wat oranje in haar mondhoeken kwam kijken. Henk deed twee scheppen in mijn bak. Daarna zette hij de bovenste bak weer op de middelste en haalde het deksel van de bovenste. Ik zag grote koolbladeren, bananenschillen, een stuk venkel, ondefinieerbaar afval en daaronder al een mooie laag zwarte compost. Henk schepte weer een beetje hier en daar en vond toen een plek met voldoende wormen. Toen mijn bakje goed vol zat, deed hij het deksel weer op de wormenbak en ik deed hetzelfde op mijn bak. ‘Dit moet goed bij elkaar blijven,’ zei Henk en wees naar het zwarte goud in mijn bak. Ik knikte. ‘Ik volg de instructies van het Klokhuis-filmpje,’ zei ik. ‘Ah Klokhuis,’ zei het meisje. We liepen terug naar de keuken, Henk wilde me al een hand geven maar ik haalde eerst nog een fles Landzicht-appelsap uit mijn rugzak. ‘Bedankt,’ zei ik. ‘Veel succes,’ zei Henk. Met de wormen naast me op de passagiersstoel reed ik nog een rondje door het wijkje. Het was echt heel mooi.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.