Vijftien kilo

Ik pakte mijn telefoon, drukte de vogeltjes die me wekten weg en bekeek in de crossfit-app wat we straks gingen doen. Snatchen. Ik tikte op YouTube ‘snatch’ in en wist weer wat het was. Het was iets dat ik nog niet onder de knie had. We waren niet met veel, dat vind ik fijn. Eerst warmden we ons op met de pvc-pijp en met grondoefeningen en strekoefeningen tegen de muur, daarna gingen we technisch aan de slag met de pvc-pijp als bar. Het eerste deel snapte ik: licht door de knieën, de rug recht, de pvc-pijp onder de knieën, de handen in zo wijd mogelijk stand om de pvc-pijp. Dan die pijp langs de benen over de knieën trekken en ondertussen de heup strekken, en tegelijk het optrekken van de pvc-pijp, nog altijd dicht langs de benen, versnellen tot op het schaambot en daar de pijp met een tik op laten landen op hetzelfde moment dat de heup met grote snelheid op zijn uitgestrektste punt is en dan de pijp verder optrekken, de ellebogen op schouderhoogte zijwaarts, tot het niet hoger kan en dan in een flitsende beweging het lijf onder die pijp brengen door de benen weer te buigen, en tegelijk de armen strekken en dan weer de benen. Het was in geen geval de bedoeling om de pijp omhoog te duwen. Voor de echte workout vervingen we de pvc-pijp door een bar, ik pakte de lichtste van tien kilo. Straks zouden we die bar gaan vullen met gewichten. Ik deed dat niet, want ik had de oefening nog lang niet in de vingers, zeker niet met tien kilo in mijn handen. Toen we het technische oefendeel achter de rug hadden en de anderen gewichten gingen halen, zei Patrick dat ik drie schijven moest pakken: eentje van vijf, eentje van tien en eentje van vijftien kilo. Terwijl de anderen in twintig minuten gingen proberen om drie keer dertig snatches te doen met steeds ietsje meer gewicht, ging ik dertig keer die vijf kilo-schijf oppakken in dezelfde volgorde als ik geoefend had, alleen hoefde ik niet dat gedoe met die pijp of die bar en mijn wijd uitgespreide armen te doen. Daarna dertig keer hetzelfde met de tien-kiloschijf en zo verder. Bij de vijftien-kiloschijf werd het lastig en Patrick riep dat ik mijn heupen exploderend moest blijven strekken en dat tikje op het schaambot niet moest vergeten. En toen lukte het plotseling, de explosie, dat tikje, dat duwtje van het schaambot waardoor mijn armen met die vijftien kilo vanzelf omhoog vlogen en het strekken tot helemaal boven het hoofd een fluitje van een cent was. ‘Heb je ooit eerder vijftien kilo boven je hoofd gehouden?’ vroeg Patrick na afloop. Ik haalde mijn schouders op. Waarschijnlijk niet. Thuis zocht ik gelijk naar iets van tien of vijftien kilo waarmee ik verder kon oefenen. De zak bladcompost was vijfentwintig kilo, ik dacht erover een handzame doos met zware boeken te vullen. Ik vond niet zo snel iets, maar was desondanks de hele dag intens gelukkig.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.