Fietsles

Wat 4 mei is voor Nederlanders is 20 juni voor Eritreërs. Er staan twee rode kaarsen voor de foto van de broer die omkwam. Hij draagt een uniform en een wapen en staat op een rotsige plek met hier en daar een struik, hij is niet ouder geworden dan dertig. Ook een jongere broer was soldaat en stierf op zijn zeventiende. De foto en de kaarsen staan op een laag tafeltje, daarvoor staan twee kleurige bossen bloemen, eromheen hangt een slinger van gekleurde kerstlampjes. B zelf was vier jaar bakker en acht jaar chauffeur in het leger, op haar zeventiende raakte ze gewond aan haar linkerbeen. Niemand ontkomt aan het leger, tenzij je vroegtijdig vlucht. Autorijden kan B, maar fietsen nog niet. Vorige week zijn we begonnen. Ze heeft afgelopen week veel geoefend met haar neef. Die is er vandaag ook en met hem rennend naast haar fietst ze er al lekker op los. Ik doe de kleine oefeningen: billen op het zadel, tenen aan de grond en de fiets stil houden, af en toe even de voeten optillen zonder om te vallen. En: billen op het zadel, tenen aan de grond en dan afwisselend met de linker- en de rechtervoet afzetten, wandelfietsen. Ik hoorde ooit ergens dat kinderen die op een loopfiets beginnen sneller leren fietsen dan kinderen die beginnen met een driewieler, alles draait om evenwicht. Na een half uur is het genoeg, B en haar neef gaan de komende dagen naar een rustiger plek zonder auto’s om nog veel meer te oefenen. Nu eerst eten, da’s ook belangrijk. We gaan de flat in en met de trap naar de vijfde. Het grote tv-scherm is aangesloten op internet en de neef zapt langs uitzendingen van de grote herdenkingsdag gisteren. ‘Deze vrouw,’ de neef wijst naar het scherm, ‘is nu helemaal alleen. Haar vier kinderen en haar man, allemaal dood.’ Daarna rolt er een Eritrese soap over het scherm. Die zijn overal hetzelfde.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.