Omdat we nog een uitvoering hebben voor de zomervakantie, gaan we er flink tegenaan. Ik heb hard geoefend op Yiddish Blues, maar als we van het oefentempo overstappen op wat het moet gaan worden, met nog een extra versnelling en crescendo op het eind, houden mijn vingers het niet op alle plekken bij. Met name in het loopje D – Cis – B – hoge B en D – Cis – B – hoge D blijven mijn vingers de B overslaan. Ook de sprong van Gis naar Eis hoef ik niet vaak te doen, maar nu wel, en daar moeten mijn vingers aan wennen. Andere stukjes gaan prima, omdat mijn vingers die loopjes al zo vaak gespeeld hebben dat het vanzelf gaat. Toonladders, zegt R die professioneel fluit speelt en nu ons tot een eenheid probeert te smeden. We glimlachen, we weten het. Gelukkig kun je tegenwoordig zo’n liedje gewoon op YouTube beluisteren en als je dat gehoord hebt, wil je heel graag oefenen, de blaren op je vingers bij wijze van spreken, omdat het spelplezier er vanaf spat en ik dat ook wil, zwieren over de kleppen, dansen over de maten, en, als dat allemaal lukt, improviseren. Omdat bij zelf muziek maken de lat altijd weer een stukje hoger kan.