Ruimtepuin

Er was een probleem met ruimtepuin. Van het tv-programma Tegenlicht leerde ik dat het probleem al meer dan veertig jaar bekend is en dat het inmiddels om meer dan 100 miljoen stukken ruimteafval gaat. Met een snelheid van 7 kilometer per seconde is een stukje van een paar centimeter al een bom en kan het een satelliet in tienduizend stukjes uiteen doen spatten; of een gat slaan in het bemande ruimtestation. Er was een kunstenaar die het verschrikkelijk leek als er over 25 jaar fantastische dingen in de ruimte ontdekt werden, maar we er niet meer naartoe konden vanwege dat puin dat als bommen rond de aarde cirkelde. Hij ging het probleem visualiseren en oplossen. Prima. Hij reisde naar Dubai om daar iemand zo ver te krijgen de 8,1 miljoen dollar die Dubai jaarlijks uitgeeft aan vuurwerk te stoppen in een nog te ontwikkelen technologisch hoogstaand schoonmaaknet dat stukjes ruimtepuin vangt en meesleept naar de dampkring waar het verbrandt en als je dat dan weer precies boven Dubai doet heeft Dubai iets spectaculairders om naar te kijken dan het gebruikelijke vuurwerk dat ook nog eens erg vervuilend is. De kunstenaar liep met zijn blote voeten door het Arabische zand onder een onbewolkte hemel en zag de tienduizenden Dubaiers al zitten en kijken naar het spektakel van de vallende ruimtepuinsterren. Verder had niemand nog een idee. Niemand vindt opruimen leuk, zei iemand die dik in de commerciële kant van de ontwikkeling en lancering van satellieten zat, de wijsheid van een kleuter na. Vooruit, er was een idee voor een parkeerbaan in de ruimte, daar moesten dan alle afgedankte satellieten na hun leven naartoe, dat werd dan de vuilnisbelt. Het kon nog niet, maar iedereen vertrouwde op toekomstige technologie die superslim zou zijn. Er was zelfs een minister van Luxemburg die na de financiële crisis naar een nieuw verdienmodel voor de bv Luxemburg had gezocht en deze had gevonden in het exploiteren van de ruimte. Hij was wetten gaan schrijven naar analogie van het zeerecht. De zee is net als de ruimte van niemand, maar wat je uit de zee haalt mag je gebruiken en verkopen. Dus nam Luxemburg wetgeving aan die ruimte-exploitatie regelde. Mag dat zomaar? Ja hoor, zei de minister, de VS deden het eerder en zowel toen als nu piepte niemand. Met die wetgeving trekt Luxemburg startups aan die wel zin hebben om grondstoffen in de ruimte te gaan delven en daar geld aan kunnen verdienen dankzij de Luxemburgse wet. Er was al iemand bezig om met behulp van satellieten en bepaalde software een Google Streetview voor de zee te maken. Alle schepen in alle wateren konden realtime gevolgd worden, dus dat was smullen voor overheden, militairen, inlichtingendiensten, reders en iedereen die bereid was een abonnement op de data van die Luxemburgse startup te nemen. Wat iemand moest doen die niet wilde dat zijn boot continu op een computerscherm gevolgd werd, werd niet duidelijk. Nee, wetgeving dat al die startups hun satellietrommel na gebruik ook gingen opruimen had de Luxemburgse minister niet geschreven, hij ging niet moedwillig in zijn eigen vingers snijden. Dat leek hem meer een klusje voor de Verenigde Naties.

Ik weet helemaal niks van de ruimte, laat staan van ruimtepuin dus was het waarschijnlijk heel naïef van me dat ik de hele uitzending wachtte tot iemand ging zeggen: we stoppen er gewoon even mee. Niks gaat meer de ruimte in tot we precies weten wat voor ellende we aanrichten en hoe we de (toekomstige) puinhoop kunnen opruimen. Het was waarschijnlijk heel naïef van mij dat ik dacht: als we binnen twee dagen wereldwijd het luchtruim voor een gevaarlijk vliegtuig weten te sluiten, zonder oorlog, zonder ruzie, dan kunnen we wereldwijd toch ook de afspraak maken dat wie een satelliet in de ruimte wil hebben, dat alleen mag doen als hij die satelliet na gebruik ook weer opruimt? Als die satellieten allemaal zo belangrijk waren als iedereen beweerde, dan zou er vanzelf keihard gewerkt gaan worden aan satellieten die zichzelf aan het einde van hun leven richting de dampkring sturen om daar te sterven in het vuur. Natuurlijk maakte dat de boel duurder. Iemand in de commerciële business van het ontwikkelen en lanceren van satellieten dacht niet dat bijvoorbeeld telecombedrijven die prijs zouden willen betalen. Prima, dacht ik, dan is bepaalde supersnelle communicatie kennelijk nog te duur. Dan duurt het nog maar een paar jaar langer voor al onze apparaten met elkaar kunnen praten; dan wachten we nog een poosje voor onze blote kont in onze achtertuin zichtbaar is voor iedereen die bereid is voor surveillance te betalen; dan stellen we de oorlogsvoering in de ruimte nog eventjes uit. Dat laatste leek me sowieso wenselijk, op aarde was de animo voor oorlog de laatste decennia fors gedaald en zo’n nieuw speelterrein kon die trend zomaar doorkruisen. En waar bleef de mens die op zijn minst pleitte voor een belasting op iedere satelliet, een soort verwijderingsbijdrage zoals wij die betalen bij de aankoop van ieder apparaat? Dan hadden we alvast een potje waarmee we de nog te ontwikkelen schoonmaakoperaties konden financieren. Dan hoefden we niet over vijftig jaar door zo’n zelfde getouwtrek als nu met de CO2. Ik wachtte en wachtte. ‘Geen’ of ‘minder’ bestonden niet in het ruimtewoordenboek. Méér satellieten, dat was een onwrikbaar gegeven, tienduizenden per jaar, dit werd de gouden eeuw voor de exploitatie van de ruimte, een satellietje lag voor twintigduizend euro binnen uw en mijn handbereik. Dat we ons hele communicatie, zelfrijdende auto’s, operatierobots en wat al niet meer, afhankelijk maakten van satellieten die een steeds grotere kans liepen om na een botsing zelf ruimtepuin te worden, daarover had niemand het concreet. Ik wilde wel eens weten wat het dan op aarde allemaal niet meer deed. De ruimte was van niemand en van iedereen en zoals altijd waren de rommel en risico’s saai, iets van later zorg, voor de overheid, de belastingbetaler, daar moest je de cowboys die nu zo lekker avontuurlijk bezig waren niet mee lastig vallen. Zelfs toen de aftiteling al bezig was, hoopte ik nog op een wonder, op een ET die met piepstem zwak protesteerde. Ook die hoop was buitengewoon naïef.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.