Een station wegzagen

Geen sloopkogels, geen bergen puin, geen zware vrachtwagens die containers optakelen, geen verkeersinfarct. De metro’s rijden van en naar de stad alsof er niks aan de hand is, een verdieping hoger stoppen en vertrekken de treinen volgens dienstregeling. Al voor de zomer is alle glas apart weggehaald – wordt gerecycled – en zijn de gaten afgetimmerd met hout. Ook de bolle perronoverkappingen en de oude harde banken zijn weg en vervangen door veel glas en warm houten meubilair. Waarom de rookpalen zijn teruggeplaatst is me een raadsel. Sinds kort heeft het perron richting Utrecht een noodtrap en een noodlift. Toen ik hier pas woonde waren er al plannen om dit station te verbouwen en vijfentwintig jaar later is het zover. Onder het spoorviaduct liggen naast elkaar een trottoir, een fietspad en een weg. Maar sinds een week horen het trottoir en het fietspad tot de bouwplaats en zijn er op de weg vier containers geplaatst, twee aan de ene kant van het viaduct, twee aan de andere kant. De containerdeuren staan wagenwijd open. Ze doen dienst als sluis. De ene sluis is voor de fietsers, de andere voor de voetgangers. Vorige week was de linkersluis nog voor de voetgangers en rechts voor de fietsers, nu is dat andersom, voortschrijdend inzicht, iets met de veiligheid, maar mensen zijn in die paar dagen al gewend geraakt en letten niet allemaal meer op de borden boven de sluizen en de witte lijnen en de pictogrammen van een fiets en een voetganger op het asfalt. Ondertussen houdt een hijskraan achter de bouwhekken kettingen strak. Die kettingen zitten een verdieping hoger om een stuk beton dat ooit de muur was naar de lift tussen perron en stationshal. Een zaag is bezig om die muur los te snijden van een andere muur. De bouwvakker die de zaag bedient staat in het bakje van een hoogwerker, maar van waar ik sta kan hem net niet zien, zoals ik ook de kraanmachinist niet kan zien. Naast de kraan staat een man met een gele veiligheidshelm, net als ik kijkt hij omhoog, naar de kettingen en de zaag, ook hij kan zijn collega in het bakje niet zien. Verderop, helemaal links op het metroperron waar de metro’s richting de stad vertrekken, staat een andere man met een gele helm. Ook hij kijkt omhoog en vanwaar hij staat heeft hij wel zicht op zijn collega in het bakje. De perronman kan dan weer niet de collega zien aan de andere kant van de muur waar de zaag doorheen gaat, die man zie ik wel. Ooit stond ik daar boven te wachten op de lift toen ik met een fiets uit de trein was gestapt. In de lift rook het altijd een beetje naar urine. De man bij de voormalige lift zal straks, als het stuk beton loskomt, het blok misschien een beetje bijsturen als het aan de kettingen gaat draaien. De collega in het bakje moet wel de tijd krijgen om weg te komen. Verticaal op de muur loopt een rails, daarlangs gaat een metaalkleurig blad omhoog en omlaag. Langs de zaagsnede loopt water. De blauwe tegeltjes zitten trouwens nog gewoon op het beton, ongeveer tot schouderhoogte. Er krinkelt alleen wat witte rook langs de muur omhoog, waarschijnlijk de wrijvingshitte die een deel van het water tot stoom maakt. Nauwelijks stof. Deze mannen hoeven vanmiddag geen kleren uit te kloppen of longen schoon te hoesten. Ondertussen rijden de metro’s af en aan, treinen komen, treinen gaan. Luidt de opdracht: haal die muur even weg, dan kan het werk misschien door die ene man in dat hoogwerkerbakje gedaan worden. Luidt de opdracht: haal die muur ‘veilig, duurzaam en zonder overlast’ weg, dan zijn ook de kraanmachinist, de twee kijkende mannen op de grond en de rondlopende man boven cruciaal. Vijf woorden extra als opdracht, vervijfvoudiging van de salarissom. Daarom is ruim voldoende geld uitgeven zo fijn.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.