Een glazen deurtje, ooit gemonteerd op de zelfgemaakte servieskast voor de kleine keuken in de knikflat, het dunne ronde handgreepje zit er nog op. Een houten paneel, op maat laten zagen en bespannen met kleur- en motiefrijke gordijnstof van Ikea, op de achterzijde nog de kleine stukjes spaanplaat waarop ik ophanghaakjes had bevestigd. Restjes laminaatafdeklatten, restjes plinten, restjes hout in alle maten en soorten. De afgelopen vijf jaar heb ik het grote resthout verwerkt in twee kastenwanden: achter deurtjes en een lik verf hoeft het hout alleen functioneel te zijn. Recent kluste ik nog twee kastjes voor Z en twee bakken op wieltjes die drie lelijke holtes onder een plateau functioneel aan het zicht onttrekken. Op twee grote platen na is alles nu nog kruimelwerk. Natuurlijk, misschien ooit…, nog eens handig… Wat als daar een stukje vanaf gaat? Als zich dat ooit voordoet loop ik wel even naar de jongens van de Hubo, daar is altijd wel een restplankje of latje. Nu is het vooral ballast dat ieder jaar uit het hok van de cv-ketel getild moet worden als de monteur voor de jaarlijkse beurt komt. En vergeet niet de ballast die zo’n vol hok met rommel in het hoofd geeft, ook al zie je het niet. Jelle Derckx, die ik in een internetfilmpje tegenkwam, heeft voor dit soort situaties de 20-20 regel. Als hij twijfelt of iets wegkan omdat hij het heel misschien in de toekomst nog eens nodig zou kunnen hebben, stelt hij zich de vraag: kan ik het dan binnen een straal van 20 kilometer voor minder van 20 euro kopen? Is het antwoord ‘ja’, dan kan het weg. Dus draag ik alles naar beneden, pak de autosleutel, open de achterklep, leg de leuningen van de achterbank plat, zet de passagiersstoel naar voren, laat de rugleuning zo ver mogelijk zakken en begin te laden. Wat klein genoeg is kan plat achterin. De lange dingen gaan via de achterkant over de hoofdsteun van de passagiersstoel naar onder het handschoenenkastje. Dat ene paneel is te breed voor achterin en te zwaar om over de voorstoel te laten glijden. Half rechtop tegen de bestuurdersstoel lukt het. Het kapotte Nespresso-apparaat kan ook mee, net als een ophanglijst die ik ooit meenam uit de boedel van een voormalige werkgever. Nooit gebruikt. Over de vier draadstangen van een meter aarzel ik, maar leg ze dan toch in de auto. De bedoeling was een etagèretafeltje. Vier draadstangen, vier vierkante plankjes met in ieder plankje vier gaten, 32 moeren. Ik kocht zelfs een speedboor om aan de onderzijde van de plankjes het gat zo groot te maken dat het plankje over de moer zou vallen. Ik heb zo’n meubel gemaakt en R maakt er dankbaar gebruik van naast het bed, maar de tweede is er nooit gekomen. Op het milieupark gooi ik het hout in container 2, het glas gaat in een speciale bak voor glasplaten. Het koffieapparaat gaat op de kar van de kapotte apparaten. De draadstangen en de ophanglijst zet ik bij de container van de kringloopwinkel. Weer thuis bekijk ik het bijna lege cv-hok. Intens tevreden, nu al niet meer wetend waarom ik dat allemaal zo lang daar heb laten staan. Waarom ik de behangtafel niet heb meegenomen en ook de schragen niet, is nog een vraag.