Ik hou van dingen die ik nog niet eerder gedaan heb en waarvan ik op het eerste gezicht denk dat het niet al te moeilijk kan zijn. Afgelopen week ging het om een rolhordeur. Z had last van de beesten die binnenvlogen via haar balkondeur. Haar neef bood zijn rolhordeur aan, hij gebruikte hem niet. Ik demonteerde de rolhordeur in zijn flat en keek goed hoe alles in elkaar zat. Veel stelde het niet voor. Twee geleiderails, een afdekkap, twee wandhoudertjes voor op het ene deurkozijn waartussen de stang met het opgerolde horregaas geplaatst moest worden, en de hordeur zelf: een stang links, een stijl rechts en daartussen het horregaas. En, o ja, het magneetje voor op het andere deurkozijn en een handvol schroeven. Bij de neef rolde de hor van rechts naar links, bij Z moest die van links naar rechts rollen. Een paar dagen later ging ik aan de slag. Vijf uur later zaten alle onderdelen op zijn plek, alleen rolde de hor niet op. Ik zei: ik laat het even zo, ik ga nadenken. Een week leefde Z met een hordeur die niet oprolde. Aan een van de Hubo-mannen vroeg ik hoe dat werkte, zo’n rolhordeur. ‘In de stang,’ zei hij, ‘zit een veer. Aan de uiteinde van de stang zit een pinnetje dat je op kunt draaien. Als zo’n veer is losgeschoten, dan kun je het wel vergeten.’ Ik ging terug naar Z. Ze zei: ‘Kijk, hij doet het een beetje.’ Inderdaad rolde hij een heel klein stukje vanzelf in. Dat was een goed teken. Ik haalde de stang weer los. Ik begon aan het pinnetje te draaien. Het was heel klein. Zeker drie keer schoot hij terug. De veer werkte uitstekend. Ik pakte een tangetje. Daarmee kon ik het mechaniek beter opwinden. Maar hoe krijg je een hordeur van twee meter hoog in de geleiders gefrommeld terwijl je op een paar centimeter boven de grond een opgewonden palletje in het gaatje van de wandhouder moet zien te krijgen terwijl je dat palletje met een tangetje in opgewonden toestand houdt? Twee keer ging het mis. De derde keer lukte het. ‘Geduld,’ zei Z. ‘Volhouden,’ zei ik. ‘Wat is volhouden?’ Toen we de hordeur gewoon voor de lol een paar keer dichtdeden en weer openden en highfivend gelukzalig keken hoe die vanzelf achter de afdekkap oprolde, vroeg ik: ‘Heb je goed opgelet? Dan kun je het de volgende keer zelf.’ Ze lachte gul. Voor Schrijven was ze niet geslaagd, zei ze, ze had het heel slecht gemaakt. Maar kijken kan ze. Vandaag had ze praktijktoetsen. Werken met ouderen, activiteiten, goed zorgen. Twee keer een 10, appte ze.