Tuinverandering

Nieuwe planten, nieuwe vogels. Een klein vogeltje met twee zwarte lijnen die beginnen op de kop en via de zijkanten van het lijfje uitwaaieren en dan weer bij elkaar komen op het achterlijf waar ze opgaan in een smalle lange zwarte staart hipt van de rechter heemstroos naar de linker. Er zijn er twee, heemstrozen, aan iedere kant van het water één, waar ze worden omringd door lampenpoetsersgras, leliegras en twee Afrikaanse lelies. Ik heb alles opgezocht, de tuinman spreekt en schrijft Latijn: hibiscus, pennisetum, agapanthus. Dat vind ik mooi. ‘Marcus et Aurelia in hortus ambulant’ waren de eerste woorden in het Latijnse middelbare schoolboek, ik heb ze onthouden. Dat vogeltje is volgens de Tuinvogelapp een staartmees en kust heel even de bosrank (clematis), ook nieuw. Eentje links in de border, eentje rechts. Ze moeten langs de schutting gaan uitwaaieren, het hout aan het oog onttrekken en ons ieder voorjaar verrassen met een zee van witte bloempjes. Rondom de flink gesnoeide amberbomen staan purperklokjes, die over drie weken gezelschap krijgen van sieruien, die nu nog in bestelling staan. De purperklokjes zijn vanaf de keukentafel niet te zien, vandaar die sieruien, sterk uitvergrote lollies, waarvan de paarse bollen hoog genoeg zullen reiken om ook vanuit het huis direct na het terras kleur te zien. Helemaal achterin zes Annabellen, een soort hortensia met enorme witte sneeuwbollen, maar nu nog niet. Alle kleur moet nog komen, alle bloemen ook, misschien zijn sommige planten pas volgend jaar over hun verlegenheid heen om zich in volle glorie te tonen. Maar de belofte is geplant. Nu resteert wachten. En de nieuwelingen drie keer per week water geven.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.