Ik had 65 verse pagina’s bij me. Op het perronbord viel de trein die ik wilde nemen uit. Nou ja, dacht ik, de volgende maar. Die verdween ook van het bord. Ik keek op de NS-app. Er leken nog treinen door te komen maar toen kwam het bericht dat Rotterdam Centraal ontruimd werd. Ik keek op de 9292-app. De bus naar Gouda was net vertrokken, die deed trouwens 50 minuten over een stukje waar de trein 8 minuten voor nodig had. Het perronbord ging op wit, er verschenen grote blauwe letters ‘Let op omroep’. Er zouden tot 13 uur geen treinen rijden. De jongen op het bankje naast mij zei dat hij de, naar nu bleek, laatste trein net had gemist en probeerde te bellen met iemand die hem op zou kunnen halen, maar hij kreeg geen contact. Ik liep naar beneden. Misschien waren er anderen die zich op lieten halen en kon ik meerijden. Dat viel tegen. Ik overlegde met de vriend die de 65 pagina’s zou gaan lezen. ‘Terreur?’ vroeg hij. ‘Ik denk Typhoon in een trein,’ zei ik. Er ging weer een bus naar Gouda, die zat propvol, ik had geen zin in 50 minuten staan in een propvolle bus. Toen verscheen de trein van 13 uur op het bord, en een volgende trein ook, en die verdwenen ook weer en toen kwam het bericht dat de situatie tot 15 uur zou duren. Er kwam een trein uit Gouda. Ik dacht waarom pendelt die trein niet terug en neemt ons allemaal mee? Ik had al half besloten huiswaarts te keren, maar bleef toch nog wat rond drentelen. Toen bleek er toch een trein te gaan, de trein die ik net had gezien en die door was gereden naar Rotterdam Noord en daar rechtsomkeert had gemaakt. Anderhalf uur later dan gepland kwam ik bij de vriend, die zelf veertig verse pagina’s had. Het was een korte, maar hele goede leesmiddag.