Hij had niet gedacht dat corruptie ook in Nederland, laat staan in zo’n dorp in de polder voorkwam. Maar het was er. Net als de vorige keren maakte de kok aan het einde van de avond zijn rondje langs de tafels en bij ons ging het dus over corruptie. De kok, net dertig geworden en als altijd één bonk tomeloze energie, had de ruimte onder het restaurant voor 2,5 ton verbouwd tot feestzaal, af te huren voor kleinere en grotere etentjes, partijen, wat de mens maar vroeg. De gemeente had hem verzekerd dat voor meer dan één zo’n zaal in het dorp geen plek was. Tot er een pand even verderop stond te versloffen en de gemeente dat met een bak gemeenschapsgeld tiptop verbouwde, een horecavergunning afgaf en het bestemmingsplan wijzigde. De ondernemende jongen vroeg: kan ik mijn verbouwingskosten ook even declareren? Er wordt alleen maatschappelijk koffie gedronken, zei de gemeente. Ware het niet dat tachtig procent van de omzet keihard commercieel is, zei de kok. Hij vocht het uit, desnoods tot aan de Hoge Raad. Niet dat hij er wat mee opschoot, zei hij, en de verantwoordelijke wethouder was allang en breed weg. Maar wie energie te over heeft, vecht het onrecht aan. We komen terug, zeiden we, paparazzi die we waren.