Ei

Ikgroenteboer werd voor de tiende dag op rij wakker in de herfst. In andere jaren hadden mijn oom en tante rond dit tijdstip al honderden fietskilometers op de teller. Ik liep langs de brokstukken van het Argos reclamebord, kinderen hadden ermee gepuzzeld, ‘welkom’ las ik, het benzinestation miste het kennelijk niet, niemand miste het welkom. Bij de groentevrienden koos ik een krop sla en snijbonen. R koos het bakje met ‘koekjestoetje’. We waren alweer weg toen we ontdekten wat we vergaten waren. Ook ontdekte ik bovenop de krop sla drie kunstig beschilderde eieren. We liepen terug. ‘Het lijken de zakken van Jozef en Benjamin wel,’ zei ik tegen de groentevriend, wijzend op mijn tas met eieren. Ik vroeg of hij ze zelf beschilderd had. ‘Natuurlijk’, zei hij met een gulle lach. ‘Die koop je in grote partijen bij de groothandel,’ zei R later. Soms vind ik het niet erg om naïef te zijn.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.