Storm

pannenkoekIk kocht volkoren tarwemeel, een halve liter melk, donkere basterdsuiker, zalm en Boursin. Een ei had ik nog. Bij de groentevrienden adviseerde de een Lambada-aardbeien, de ander prei, een uitje, champignons. De storm had een Argos-reclamebord over een groenstrook, een trottoir, een fietspad, twee rijbanen, weer een fietspad en een trottoir gejaagd en in stukken gehakt. De kerstboom op het terras bij de keukendeur had ik ook al twee keer rechtop gezet. Ik maakte beslag en bakte. Als het beslag goed is, en de temperatuur ook, dan is pannenkoeken bakken een soort yoga: het scheppen van de juiste hoeveelheid beslag, het verdelen van het beslag over de koekenpanbodem, het losmaken van de pannenkoek van de koekenpanrand, het omkeren met een spatel, het laten glijden van de pannenkoek op een verwarmd bord, en dat tien, twaalf, twintig keer. Iedere herhaling is een nieuwe kans op de perfecte pannenkoek: twaalf kansen in een kwartier, zoiets. In een andere koekenpan roerbakte ik de groenten met wat blauwe kaas. Op tafel zette ik stroop, donkere suiker, zalm, Boursin, blauwe kaas, de stapel pannenkoeken en het groentemengsel. Tegen R zei ik: het troostvoedsel ik klaar.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.