Dostojevski

karamazovIk hoorde al mensen klappen, toen ik nog bezig was met Mitja Karamazov, die net alle schuld op zich had genomen, omdat alle andere gegadigden waren weggelopen en hij wel in staat was de zon te zien schijnen, ook al zat hij in een cel of in een strafkampmijn. Waarom kon ik niet ook zo snel schakelen naar de volgende scène, die waarin Aljosja Karamazov weer gewoon Krisjan Schellingerhout is, en broer Ivan weer Freek den Hartogh en broer Mitja weer Martijn van der Veen, en de stinkende, geraffineerde Smerdjakov, die op het eind ook een broer bleek en het mes in het lijf had gestoken, Erik Koningsberger, en hun vader Fjodor Karamazov die een seconde geleden nog dood lag te wezen in dat protserige bordeel van hem, gehaat door iedereen, weer gewoon Hans Trentelman, buigend en wel? Misschien wilden de mensen naar huis. Het was al kwart over elf. Toen ik eindelijk mijn handen tegen elkaar sloeg, had ik alleen nog zicht op staand, klappend publiek en daardoor dwaalde ik af naar wat een wetenschapper zondag in een programma over hardlopen zei: dat er bij iedere dreun van je voeten op de grond, maar evengoed bij applaudisseren rode bloedcellen kapot gaan. Onmiddellijk paste ik mijn klappen aan en dat kon alleen door te doen alsof, zonder geluid, ik wreef op een gegeven moment maar wat in mijn handen. Ooit zou in het kader van de volksgezondheid het klappen worden vervangen door wrijven.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.