Ik dacht na over mijn hoofdpersonage toen ik een vos zag, een jonge vos net naast de metrodeur. Op een andere deur was een neushoorn geplakt. Het knopje om de deur te openen zat in een plooi van zijn nek. Boven het kwebbelende vrouwengroepje torende een giraffe uit. Toen ik al die plaksels op de metrowanden zag, keek ik nog een keer naar het vosje. Ik zag er nu veel meer, ze zaten op de hele deur, misschien was het logischer dat het baby lynxen waren, vossen leefden voor zover ik wist niet op de savanne. Iets verderop zag ik het grote oor van een olifant, precies tussen twee ramen. De RET deed het al jaren, de wanden van de metro beplakken met enorme fotovellen. Het was goedkoper dan voortdurend de graffiti van de nep-houten wanden poetsen. Het bewees eens te meer dan graffiti-artiesten de wereld mooier wilden maken. De savanne was fraai genoeg. Met de savanne had mijn hoofdpersoon niks, een verkeerd werelddeel. Het meisje voor mij vertelde aan een vriendin dat ze dacht dat de tutor een vriend was van iemand die ze kende. Ze had een foto gemaakt en die geappt naar die vriend. En die vriend had die app weer direct doorgestuurd naar die tutor en die tutor had toen aan het meisje gevraagd of ze foto’s zat te maken. Het meisje leek verbaasd over de snelheid waarmee de dingen gingen. De meiden deden iets met recht. De vriendin zei: je moet altijd de voorzitter aankijken, de volgorde is, voorzitter in het midden, dan links, rechts, en als het een vijfvoudige kamer is dan is het midden, links, rechts, links, rechts. Die aan de buitenkanten zitten, zijn de jonkies, die doen er niet toe. Ze dachten dat alle rechters wel rechten gestudeerd hadden, en advocaten waarschijnlijk ook wel. Maar ook met recht had mijn hoofdpersoon niks. Renate Dorrestein zei gisterenavond dat ze zich eens had beklaagd tegenover Hella Haasse. Ze was in versie twaalf van een roman en ze zei dat ze haar eigen roman niet meer snapte. Toen had Hella Haasse gezegd: maar kind, je hoeft je eigen roman niet te begrijpen, je hoeft hem alleen maar te schrijven. Dat vond ik een geruststellende gedachte.