Aardbeien

hrdnbrgIk zat op de een na achterste bank van een kerk in Hardenberg. De dominee zei: ‘ze sliep vredig in.’ Ik dacht: zeg gewoon stierf, ze stierf vredig. De moeder van onze vriendin trouwde in 1953. Haar man overleed dertien jaar later aan acute leukemie. De kinderen waren toen negen, vijf en twee. Onze vriendin vertelde dat hun moeder hen goed voor het leven had afgeleverd: allemaal een typediploma, een rijbewijs op hun achttiende en een studie naar keuze. Ik had ook leren typen. Mijn ouders hadden zo hun eigen verwachtingen over het nut van blind typen – mijn vader repte weleens over werk op een notariskantoor –, maar ik ben ze er nog altijd dankbaar voor, voor die Scheidegger typecursus, gegeven door een kettingrokende mevrouw in een Ma Flodderjurk die iedere dinsdagmiddag een enorme typecomputer op wielen, waarin de stem van nieuwslezer Fred Emmer, het klaslokaal induwde. Welk kind leert anno 2013 nog blind typen met tien vingers? De ouders van onze vriendin hadden een boerenbedrijf – veel dingen ontdek je pas na iemands dood. Er werden onder andere aardbeien geteeld. Haar moeder had ooit gezegd: begin nooit aan aardbeien, het is zo’n bewerkelijk, kwetsbaar gewas. Mijn ouders hadden vroeger een groot aardbeienveld in de tuin. Iedere zomer stond ik vele uren voorover gebogen om oranje emmers te vullen met rijpe aardbeien. Die aardbeien deden we op ons brood; mijn moeder maakte er siroop van die mijn broer en ik door de sinas mixten; ze kookte grote pannen aardbeien tot jam (op iedere kilo aardbeien één kilo suiker) en heel veel aardbeien gingen de vriezer in om in de rest van het jaar ontdooid en gekookt te worden tot moes voor over de vla. Toen mijn moeder plotseling stierf en alles in het gezin wat hectisch werd, zei mijn opa: ik wou dat dat aardbeienveld verbrandde. Mijn vader was verschrikkelijk verbolgen over die uitspraak. Ik meende dat mijn opa ons, de kinderen, wilde sparen, omdat het allemaal zoveel werk was, dat koken en inmaken van die aardbeien, terwijl wij nog zo jong waren. Na de kerk liepen we over de weg langs grasveldjes met geiten naar de begraafplaats die achter een andere kerk lag. De moeder van onze vriendin was trouwens aan acute leukemie gestorven. Zesenveertig jaar na haar man.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.