Journalist Thomas Erdbrink was in Afghanistan en maakte de tv-serie Onze man bij de taliban. Het is alweer even geleden dat ik de aflevering zag waarin een jonge talibanleider van het ministerie van informatie aan Erdbrink uitlegt dat de taliban meisjes vanaf hun twaalfde wel moesten verbieden naar school te gaan, omdat de mensen op het platteland nu eenmaal zo denken en dat verwachten van het nieuwe regime. Er zou anders te veel onrust op het platteland ontstaan. Zelf vindt hij het essentieel dat meisjes naar school en universiteit gaan. Het zal een kwestie van weken zijn, zegt hij geruststellend, voor de mensen op het platteland dat ook inzien en dan zullen meisjes weer naar de middelbare scholen mogen en ook naar de universiteiten. ‘We hebben hard gestreden voor de invoering van het islamitische systeem,’ voegt de talibanleider er nog aan toe. ‘Als we de islamitische leefwijze nu niet volgen dan betekent dat dat we twintig jaar voor niks hebben gevochten en geen doel hadden. Dan hebben we alleen onszelf en anderen gedood.’ Lang vechten voor iets en dan ontdekken dat vrouwen en meisjes en ook veel mannen, vaders en broers niet op jouw rechteloze mannenwereld zitten te wachten.
Ondanks de repressie heeft Erdbrink geen moeite meisjes en vrouwen te vinden die zich openlijk uitspreken tegen de maatregelen die hun levens verwoesten. Laila Haidari bijvoorbeeld. Ze draagt een weelderige gele jurk met grote rode bloemen, een rode bloem in haar onbedekte gitzwarte haar, rode kersoorbellen, rode lippenstift. Vóór de taliban vorig jaar de macht overnamen, dreef ze café Taj Begun, het ‘Vrouwenpaleis’. Het was een restaurant waar vrouwen en mannen gewoon door elkaar konden zitten, muziek luisteren, films kijken, dansen, eten. Dat mocht niet meer van de taliban. Nu heeft ze een naaiatelier opgezet voor jonge meiden zodat ze, nu ze niet meer school en universiteit mogen, toch niet thuis hoeven te zitten. Ze zijn geboren tijdens de twintig jaar dat de Amerikanen in Afghanistan waren en het land een democratie naar westers model oplegden met gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Deze meisjes, zegt Laila, hebben de oude taliban – die van voor de komst van de Amerikanen – nooit gekend.
Thomas vraagt of de taliban ook problemen hebben met dit naaiatelier.
‘Met het principe hebben ze een probleem,’ zegt Laila.
‘Het principe?’, vraagt Thomas.
‘Ze hebben een probleem met vrouwen’, zegt Laila. ‘In het hoofd van elke man zit een talib. In elke man. Of hij nu Afghaans is of buitenlands. […] Weet je waarom? Omdat we zolang er mensen bestaan de wereld vanuit de man bekijken.’ Laila wijst naar de naaimachine waaraan een meisje werkt, naar de stoel waarop ze zelf zit en die te hoog is voor haar voeten. Ik denk aan het boek Onzichtbare vrouwen waarin Caroline Criado Perez haarfijn blootlegt dat van auto’s, gereedschappen, schermvesten en medicijnen tot de volgorde waarin straten sneeuwvrij worden gemaakt vrouwen een substantieel hoger risico lopen gewond te raken of te overlijden. Laila: ‘Alles is mannelijk. Alles. En in deze mannelijke wereld weet je dat in elke man een talib zit.’
‘Waarom?’ vraagt Thomas.
‘Omdat het in hun voordeel is,’ zegt Laila. ‘Waarom is de president van de VS geen vrouw? Hoelang is daar al een democratie?’
Thomas: ‘250 jaar.’
‘En het lukt niet om in die 250 jaar een vrouw te kiezen? Maar wel de grote Joe Biden, die niet eens de lucht in zijn maag kan bewaren? Of neem Trump, een ras-talibanner. Hij is honderd keer erger dan de taliban. Een man met zo’n ideologie. Die kan de president worden van een land waar al 250 jaar democratie is. Wat kan ik dan verwachten van de taliban? Hoe verander je in 20 jaar hun instelling wat Amerikanen in 250 jaar niet is gelukt?’
Thomas vraagt Laila of ze niet beter in Europa kan leven, met haar denken, haar kleding.
‘Wat moet ik doen als ik in Europa ben, Thomas? Moet ik daar als vrouw in de bijstand leven en vernederd worden?’ Laila begrijpt dat mensen vertrekken uit Afghanistan, maar zelf peinst ze er niet over. ‘Ik zou willen dat de mannen vertrokken. Deden ze dat maar. Dan blijven de vrouwen over en laten we de wereld eens wat zien. Dat we het überhaupt nog over Afghanistan hebben is te danken aan de vrouwen die zich hebben durven uitspreken. Anders was iedereen Afghanistan al vergeten.’
Ik moest weer aan Laila’s woorden denken toen ik de meisjes in Iran zag die op school vergiftigd waren en nu in ziekenhuizen lagen, mogelijk om ze zoveel angst aan te jagen dat ze stoppen met naar school gaan. Ook dacht ik aan Laila’s woorden toen ik Maxim Februari op de radio hoorde vertellen over de duizenden vrouwen die in Amerika de menstruatieapp van hun telefoons hadden gehaald nadat in de VS het arrest over abortus, Roe vs Wade, was teruggedraaid, waardoor staten weer een verbod op abortus kunnen invoeren en zoiets ogenschijnlijk onschuldigs als gegevens over je cyclus bewijsmateriaal in een strafzaak konden worden.
Geen middel wordt geschuwd om het voordeel te behouden.