Geen-zorgensop

Ik oefen al een tijdje in het me geen zorgen maken over zaken waar ik geen invloed op heb. Ik repeteer op dit moment keihard. Soms denk ik dat ik vorder, dan slaap ik een nacht redelijk en denk ik dat de zorgen over de dierbare onder controle zijn. Er is de strategie van schuivende panelen (er doemen voortdurend nieuwe problemen op waarbij de eerste verbleken en ik glimlachend denk: heb ik me dáár druk over gemaakt?). Er is de strategie van tijd. Heb ik het druk, dan is er weinig ruimte voor rondspokende zorgen. En er is de strategie van concurrerende zorgen, bijvoorbeeld de praktische drukte rondom mijn gewonde zwager.

Maar toen deze week weer iets nieuws oppopte, iets wat ik niet had zien aankomen, iets zo groot – gezondheid die ernstig in gevaar is, evenals de gezondheid van een weerloos wezen, iets waarvoor de oplossing voor het grijpen ligt mits de dierbare een theorie loslaat –, bleken mijn vorderingen van luciferhout en kolkten de zorgen naar binnen als een stormvloed.

‘Wat zou jij doen?’ vroeg ik R. ‘Niks. Haar in haar sop gaar laten koken.’ Het was zo’n zin die de vloedgolf net zo abrupt deed wegtrekken als die was opgekomen. Toch verried mijn gezicht nog beleefd ongeloof. R zag het. ‘Hoevaak hebben wij niet gezegd dat ze dit en dit en dat moet doen, want anders zijn dit en dit en dat de gevolgen? Ze heeft zich toch nooit wat van jouw adviezen aangetrokken? Laat de arts maar ingrijpen.’

Met een verlicht gemoed ging ik mijn dingen doen en R de zijne. Een paar uur later kwam ik R tegen in de keuken. Hij zei: ‘Je laat X toch niet in haar sop gaar koken? Jij toch niet?’

Ik glimlachte.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.