Opruimen (3)

En toen kwamen de logés toch wel.

We zaten bij vrienden te eten toen vriendin A belde en vroeg of zij en P alsnog konden komen logeren. Nu de poes dood was en hun flat akelig leeg – geen getrippel op het parket, geen gemiauw voor aandacht of nieuw eten, geen sprongetje op het bureau om het warme lijfje op de papieren en boeken die bestudeerd werden te vlijen – was er niks om voor thuis te blijven, was er warmte van vrienden en familie nodig. Natuurlijk kon dat, graag zelfs.

Alhoewel er twee etmalen zaten tussen het telefoontje en de daadwerkelijke druk op de deurbel had ik door afspraken en bezigheden slechts één middag om de kamer logeerklaar te maken. Dat vergemakkelijkte de klus aanzienlijk. Ik vouwde drie verhuisdozen open, pakte van de sorteertafels de ongelijksoortige stapeltjes en begon de paperassen in de eerste doos te leggen. Tussen ieder stapeltje legde ik een leeg vel. De eerste volle doos zette ik naast de boekenkast met daarin spullen die nog op Marktplaats moeten, of naar een tweedehandswinkel. De tweede volle doos zette ik op de eerste, enzovoort. Dat wat een herfst lang de halve logeerkamer in beslag had genomen, vergde nu niet meer dan het oppervlak van een verhuisdoos. Ik borg de schragen, planken en behangtafel die als sorteertafels hadden gediend op in het verwarmingshok, dekte zowel de dozentoren als de boekenkast strak af met witte gordijnen, stofzuigde grondig, rolde de slaapbank uit tot bed en maakte het bed op met fris beddengoed.

Ik keek rond. Zo was de kamer een fijne plek om in te vertoeven.

Inmiddels zijn de logés alweer hoog en breed terug in Berlijn en aan het werk. En ik ging ook aan de slag – het is niet de eerste keer dat logés het beslissende zetje geven om dat wat al bijna opgeruimd is, definitief op te ruimen. De dozentoren liet ik voor wat het was. Ik begon met de inhoud van de boekenkast. De Grundig buizenradio? Ik stak de stekker in het stopcontact. Mijn vingers wisten na ruim veertig jaar nog precies welke knoppen in te drukken en aan welke te draaien. In het apparaat achter het display met exotische plaatsnamen ontstak een radiokabouter zacht licht: Monte Carlo, Rias, Mailand, Athen, Hörby, Stavanger, BBC Europe. Linksboven verscheen groenblauw licht in een rechthoekig venstertje, daaronder de letters ‘Abstimmanzeige’. In het midden ervan een verticaal grijswit streepje. Draaide ik aan de afstemknop dan werd de streep smaller of breder al naar gelang de zenderontvangst sterker of zwakker was. Dit was allemaal herinnering want in werkelijkheid klonk er alleen een dikke vette bromtoon. Aan de slag. Fotootjes maken, Marktplaats checken, buizenradio’s die voor twintig euro werden aangeboden deden het nog, huppekee, gratis afhalen.

Volgende. De Corbusier-achtige chaise longue, maar dan van Ikea, de eerste stoel die R en ik samen kochten. Bij de laatste grote ombouwing waarbij ik flink snoeide in de boekenkasten en boeken had ik deze stoel uit elkaar gehaald. Het frame stond naast de boekenkast, de lederen zitting lag bovenop. De stoel was ontworpen door Tord Björklund en op een veilingsite voor vintage design meubels werd ‘ie voor 650 euro aangeboden. Ik zocht de foto’s op die ik had gemaakt net voor ik de stoel uit elkaar haalde, ik maakte nog wat foto’s van de lederen zitting, van de verkleuringen door gebruik en de zon, de losse onderdelen. Ik laadde alle foto’s in een nieuwe Marktplaats-advertentie, typte er wat lovende woorden bij. Wat werd de vraagprijs? 600 euro, gewoon proberen, bieden vanaf 400.

Wat was er nog meer?

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.