Nachtvorst

Ik dacht: misschien hoeven ze niet leeg deze winter. De regentonnen. Maar dan komt toch de verwachting van een paar dagen nachtvorst. Dus klik ik een slang op het kraantje onderin de grijze regenton die naast de voordeur staat en draai het kraantje open. De slang is lang genoeg om het water over het trottoir in de parkeervakken te brengen en vandaar loopt het vanzelf naar de nabijgelegen rioolput. Ik haal het deksel van de ton, hij zit helemaal vol, dat gaat wel even duren.

Ondertussen ga ik met de veel grotere regenton achter het huis aan de slag. De ton staat op het terras en dat terras is ruim een meter hoger dan de tuin. Zou ik het kraantje onderin de ton openzetten dan stroomt het water over het terras naar de goot die over de hele breedte van het terras loopt. In de goot zitten twee openingen met tuitjes die het water naar het linker- en rechter plantvak afvoeren waarin de amberbomen staan. Het kraantje opendraaien zou het makkelijkst zijn maar ik vind het te dicht bij het huis, te dicht bij de ruimte onder het terras waar de tuinstoelen staan opgeslagen en waar het wormenhotel staat. Bijna driehonderd liter regenwater. De grond is al flink nat, we zitten hier zes meter onder NAP, de opslagruimte zit daar nog een halve meter onder.

Aan de bovenzijde van de ton zitten twee openingen: door de ene komt het regenwater de ton in, door de andere zit een slang en via die slang heb ik een overloop naar de vijver gemaakt, voor als de ton vol zit. Ik til de slang een beetje op en het water begint te stromen. Overheveleffect. De straal is stevig. Ik duw de slang dieper in de ton tot op de bodem. De straal blijft krachtig.

Ik loop weer naar de voorkant van het huis. De regenton is zo goed als leeg. Ik haal de slang van het kraantje, til de regenton op, loop ermee naar de rioolput en kieper het laatste beetje water eruit. Dan doe ik de voordeur open, pak van onder de kapstok het sleuteltje om de buitenkraan open te draaien en een spuitstuk voor op de slang. Ik bevestig de slang op de buitenkraan, duw aan de andere kant het spuitstuk erop, draai de kraan open, draai het spuitstuk open en begin de ton schoon te spuiten. Als de ton helemaal schoon is, zet ik ‘m terug op zijn plek en draai op de regenpijp de waterinlaat op de winterstand, oftewel dicht.

Ik loop weer naar de achtertuin. Daar is de regenton zo goed als leeg. De rest laat ik via het kraantje wegstromen. Hier aan de achterkant heb ik de buitenkraan al afgesloten. De afsluiter zit in de ruimte onder het terras, helemaal in de hoek en die kraan heb ik dichtgedraaid toen ik alle tuinstoelen en -banken daar voor de winter er ging opslaan. Dus til ik de regenton op, van plastic dus niet zwaar, loop ermee naar de voorkant van het huis, spuit ook deze ton schoon. Weer terug in de achtertuin leg ik de ton op zijn kant, stap de ruimte onder het terras in en trek de ton naar binnen.

Laat de vorst nu maar komen. Mijn broer wil ook graag een nachtje vorst. Het land waar zijn bruine bonen hebben gestaan en waar hij na de oogst niks meer aan heeft gedaan – ploegen doet ie niet meer – heeft hij bij een eerdere nacht vorst al één keer gegrubberd. Het moet nog een keer, dan overdwars.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.