2016 was tot nu toe het warmste jaar in Europa, maar, las ik in de krant, 2020 gaat dat record alweer verslaan, aldus de meteorologische organisatie van de Verenigde Naties.
Vanuit mijn bescheiden meetlaboratorium kon ik dat bevestigen. Ons gasverbruik was de afgelopen tien jaar meer dan gehalveerd en met nog één maand te gaan zou 2020 op onze analoge gasmeter een absoluut laagterecord gaan vestigen. En we hadden niet eens echt kou geleden, nou ja, zou je het R vragen, dan zou hij wat anders zeggen, al zou hij er ook bij vertellen dat het afzien een goede training voor erbarmelijke tijden was.
Ons stroomverbruik was het afgelopen decennium ook meer dan gehalveerd, al hadden we daar investeringen voor gedaan: oude koelkast en vaatwasser vervangen; een simpel apparaatje naast de pomp van de vloerverwarming gezet, zodat die niet onnodig vaak het water ging rondpompen; de laatste niet-zuinige lampen vervangen door led; alleen (vaat)wassen met volle machines, dat soort dingen. En o ja, ook voor de warmte hadden we wat inspanningen verricht: vloerisolatie, folie achter de radiatoren, gordijnen ’s avonds dicht, deuren dicht, dat werk.
Ik wist ook wel dat onze inspanningen druppeltjes waren die in een microseconde op de gloeiendhete wereldplaat weg stuiterden, maar toch.