Verhuizing

Vrijdag kocht ik bij Ikea de bakken voor het nieuwe wormenhotel. Sockerbit heten ze. Ze waren er weer, ik zag het op de website. Ik had er geen berichtje van gekregen, terwijl ik wel een week of twee geleden iets had aangevinkt (‘stuur me een sms als het product weer op voorraad is’) en dat stemde me vrolijk, dat systemen net als mensen ook wel eens wat vergeten. ‘Welkom,’ zei de beveiliger bij de enige ingang die in deze bijzondere tijd open was, ‘u heeft geluk, het is lekker rustig.’ Hij lachte mooi en wees naar de Efteling-slinger buiten op het parkeerdek waar niemand hoefde te wachten. Ik was bijna de enige op de lange roltrap omhoog.

Ik had gelezen dat compostwormen moeten wennen aan een nieuwe omgeving, daarom zette ik de bakken de dag na aankoop buiten, het regende lekker. De dag erop regende het niet meer, wel waaide het hard, ik ging de klus lekker binnen klaren. Ik opende de boormachinekoffer en pakte de grootste houtboor, nummer 10, en een speedboor, nummer 17, eruit. Met wat resthout zorgde ik voor tegendruk op de plekken waar de gaten moesten komen: het was één ding dat ik lukraak ging boren in gloednieuwe bakken, het was een ander ding als het kunststof onder druk van mijn geboor ging scheuren. Met de boor van tien millimeter bewerkte ik de bodems van drie van de vier bakken, tien gaten per bodem. Daarna boorde ik gaten van zeventien millimeter in de zijkanten, twaalf per bak, ook weer in drie van de vier bakken. Die ongeschonden bak wordt straks de begane grond waar alle vocht en nat uit het afval en de wormenpoep naartoe zakt. De overige drie bakken – verdieping één, twee en drie – zijn met elkaar verbonden via de bodemgaten. Die gaten hebben twee functies: het zijn doorgangen voor de wormen om heen en weer te kruipen, en ook afvoergaten voor het nat. De gaten in de zijkanten zijn voor de luchttoevoer. Op de derde verdieping komt een deksel.

Ik zoog alle stukjes plastic van de vloer, de tafel, de bakken, mijn sokken, spijkerbroek en shirt. Daarna checkte ik de bodemgaten op scherpe randjes. Toen nam ik de bakken mee naar buiten naar de ruimte onder het terras. Ik zette een plastic bakje waarin rode bessen hadden gezeten op z’n kop in de ongeschonden bak. Daarop zette ik de eerste verdieping en vulde die met een laagje eierdoos- en kartonsnippers. Ik haalde het deksel van wat nu het oude wormenhotel was. Een week geleden had ik de onderste emmer, die waarin het allemaal begonnen was en waarin de wormen het langst bezig waren met composteren, bovenop gezet en daarop ook nog wat vers snijafval gelegd. Met mijn vingers haalde ik het nog niet vergane snijafval er vanaf. Met een tuinschep met dikke, niet scherpe randen schoof ik het bijna zwarte goud voorzichtig in de nieuwe bak. Met mijn vingers duwde ik de laatste twee wormen langs de rand naar hun nieuwe verblijf.

Toen was de emmer aan de beurt waarin het afval ook al mooi donker was geworden, maar waarin ik nog grote stukken rode biet zag (ik wist in het begin niet dat het composteerproces sneller gaat naarmate het afval kleiner gesneden is). Op de plek waar ik onlangs de schillen van de Galia-meloen had gelegd – de meloenpitjes waren nog zichtbaar – was geen worm te bekennen. Het rook naar echte stront, was ook net zo bruin en erg nat. Eerst schepte ik de drogere, geurloze bijna zwarte compost bij de oudere compost, daarna verdeelde ik de diarree in kleine plukjes tussen de rest.

In de volgende emmer was het lekker druk met wormen. Hier was het snijafval van de prei, bloemkool, wortels, Chinese kool en banaan nog goed zichtbaar, maar ook al duidelijk in transitie. Ik zette een nieuwe bak op de compost van de eerste verdieping, deed weer een laagje snippers op de bodem en verdeelde de inhoud van de emmer er mooi overheen. Tot slot de emmer waarin het afval nog nauwelijks door de wormen was bezocht. Die hevelde ik over in de bovenste bak. Toen het deksel erop.

Het donkerbruine wormensap uit de opvangemmer van het oude wormenhotel goot ik in de halfvolle gieter, ik deed er nog wat hemelwater bij, nam de gieter en een bekertje mee naar de tuin en gaf alle planten een scheut van het voedselrijke water.

Nu moest ik wachten. Even niet voeren, niet kijken, niet alle nieuwe hotelruimte direct willen verkopen op Booking.com (‘negen andere wormen bekijken deze kamer ook’, ‘nog maar drie kamers beschikbaar!!!’). Bestaat dat bedrijf eigenlijk nog?

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.