Het blauwmaanzaad van mijn broer is toch nog opgekomen. Een maand geleden vertelde hij dat het mislukt was, dat het bij iedereen mislukt was, vanwege de regen die wekenlang uitbleef en omdat die olieachtige zaadjes zo luchtig liggen.
Wat kunstmatige beregening niet voor elkaar kreeg, lukte de regen uit de wolken wel. De blauwmaanzaadjes ontkiemden alsnog en begonnen te groeien. Een goede opbrengst zou het niet worden, verwachtte mijn broer, maar hij keek het in ieder geval even aan. Hij had in een deel inmiddels geschoffeld en gespoten tegen het vuil ‘want dat groeit altijd’.
Nu hij niet meer dag en nacht met beregeningshaspels in de weer hoefde, was hij op het voorerf bezig een loopbrug voor zijn vrouw te maken zoals je die ook wel in revalidatiecentra ziet: zo’n parcours van een meter of vier, vijf met links en rechts leuningen. De palen had hij al in de grond geslagen, nu moest hij er nog buizen op lassen. Ik vermoed dat de brug bij hem een meter of twintig wordt.