Berg, leegte, alles

Ik was bezig met de rafelrand die was achtergebleven na de grote kasten- en boekenoperatie in februari: verzekeringspapieren, studieboeken, viltstiften, zonnebrillen, verjaardagskaarten, handleidingen, bonnen, garantiebewijzen, salarisstroken, treinkaartjes, uitgescheurde krantenartikelen, paspoorten met gaten erin, pasfotootjes, laptopsnoeren, opladers, oude telefoons, programmaboekjes van voorstellingen, inpakpapier, middelbareschoolschriften, een oude typemachine, twee tennisrackets, reisgidsen, gipsafdrukken van mijn elfjarige gebit, een plukje babyhaar. Om maar eens wat te noemen.

Ik vergeleek de klus met wat de ontwerpster Charlotte Perriand (1903-1999) bij het bergbeklimmen de laatste tien meter noemt. Dat zijn de moeilijkste. Maar om die tien meter draait het ‘als discipline voor het leven, als ethiek.’ Ik zag Perriand zaterdagavond in de Close Up documentaire Charlotte Perriand – Pionier van de levenskunst. Ze zegt dingen als: ‘Leegte is almachtig, want hij kan alles bevatten.’ En: ‘Je kunt visueel ruimte scheppen zonder een grote oppervlakte. Daarvoor moet je leegte scheppen.’ De kiem voor de leidraad in haar werk wordt gelegd als ze tien is en lang in het ziekenhuis ligt vanwege een blindedarmoperatie. Haar kamer is eenvoudig en wit, ze heeft uitzicht op een boom. Als ze weer thuiskomt in het met pompeuze meubels volgepropte huis van haar ouders – zoals dat gewoon is in het Parijs van begin twintigste eeuw – moet ze huilen.

Perriand was het duwtje dat ik nodig had om die laatste tien meter naar de bergtop te hervatten. De volgende ochtend stond ik al vroeg papier te scheuren en vuilniszakken te vullen. Duizenden beslissingen gingen er door mijn handen. Hoe lang moet je bonnetjes bewaren voor de Belastingdienst? Zeven jaar? Ik was met mijn bescheiden nerinkje al twee keer gecontroleerd en sinds een paar jaar was ik weer gewoon particulier. Die gok kon ik nemen. Verkleurde bonnen van Donner en Bruna, hup hup, weg ermee. De jaarlijkse nieuwe verzekeringspremies? Voorwaarden van tien jaar geleden? Allang veranderd en toch een boevenbende die altijd njet zegt. Schrrrrt schrrrrt in de prullenbak.

Verslapte mijn besluitvaardigheid dan dacht ik: stel je voor dat ik morgen dood neerval en R moet dit allemaal door zijn handen laten gaan? Dan ging het vlot verder van roetsjjj roetsjjjj. Al overlegde ik bij de doos bankafschriften – waarin ik mijn ontelbare verkeringen met banken sinds mijn zeventiende in keurige mapjes had bewaard – toch even kort met de historicus in me, waarna de betaalrekeningafschriften mochten blijven, maar al die wisselende contacten in het spaargebeuren vlot verdwenen.

Ik bracht twee zware boodschappentassen met oud papier naar beneden en stopte een grote vuilniszak vol papiersnippers in de grijze container. Toch leek er bij terugkomst nog zoveel te liggen dat de moed zomaar in mijn sokken kon verdwijnen. Daarom besloot ik de bergtop tien meter hoger te maken. Wat nu als alles wat mocht blijven in maximaal twee kasten moest passen? Concreter: in zestien Ikea-bakken van circa 33 x 33 x 33 centimeter? Dan zou de werkkamer na deze operatie aanmerkelijk leger zijn dan die was, dan kon die weer veel meer bevatten. Verder ging het, roetsjjj roetsjjj hup hup weg weg.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.