Witte tent

‘Mag ik mee?’ vroeg ik. R vond het best, al dacht hij dat het in de huidige situatie niet kon, niet mocht, niet handig was, en ergens dacht ik dat ook wel, maar ik was best nieuwsgierig en op de website stond niet dat je alleen moest komen.

Voor de zekerheid belde R, ook om te vragen of hij zich nog in moest schrijven, en dat was maar goed, want het eerste dat de mevrouw van het ziekenhuis vroeg, was: ‘Weet u zeker dat u een afspraak hebt, bent u niet afgebeld?’ Eerst kon ze de afspraak niet vinden en toen toch wel, toen wist ze niet zeker of R echt wel gezien ging worden. Nou ja, dokter S was in huis, dat kon de mevrouw zien, dus als R niks meer hoorde zou het wel goed komen.

Er was een tent, zei R, zo’n witte, voor de hoofdingang. Daar werd hem gevraagd of hij klachten had. Omdat hij nee zei, mocht hij doorlopen. Verder stelde die tent niet zoveel voor, zei R. Het regelde alleen dat de mensen die naar binnen wilden, gescheiden werden van de mensen die naar buiten kwamen.

R volgde route 45. Het was overal heel rustig, zei hij. Dokter S wilde hem bijna nog een hand geven al trok ze op tijd terug. ‘Je bent het zo gewend,’ verontschuldigde ze zich. Verder ging het zoals R verwachtte. Eerst vragen, vragen, vragen. Ja, wel die verhoogde waarden, maar nee, geen klachten, nergens pijn. ‘Droeg ze een mondkapje?’ vroeg ik. ‘Hield ze afstand?’ ‘Ze moest me onderzoeken,’ zei R, ‘op mijn buik drukken enzo.’ En nee, geen mondkapje. Na alle vragen ging ze het werk van de huisarts overdoen, ook dat had R voorspeld. Weer bloedprikken, maar wel met veel meer buisjes, en voor Pasen nog een buikecho, maar nu met de apparatuur van het ziekenhuis. Mogelijk leverde dat een veel betere foto, misschien zelfs eentje in kleur.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.