Wel, niet, wel, niet. Wel. We zijn met z’n achten. De box blijft open tot het verboden wordt, zegt trainer P. Geen buddy-workouts meer, de groepsgrootte verkleinen, geen high five tot slot. Wel: desinfecterende doekjes om de spullen schoon te maken waar je met je handen aan hebt gezeten en afstand houden. En natuurlijk iedereen oproepen thuis te blijven bij de lichtste verschijnselen. Voor de dojo, waar kinderen bij de karate en de jiujitsu op elkaar liggen en bij de tiny tigertraningen door elkaar krioelen met hun snotneuzen, zal hij de zware knoop vandaag moeten doorhakken.
Terwijl ik veertien sumo deadlift high pulls maak met een bar van vijftien kilo vraagt P hoe ik me na de training van vorige week heb gevoeld. Toen had ik voor het eerst in de vingers hoe ik de power clean moest doen. Het kwartje viel toen P zei dat ik mijn armen te vroeg begon te buigen. Ik moest ze recht houden tot de knieën en heupen volledig gestrekt waren. Ik deed wat me gezegd werd. ‘Je hebt ‘m,’ riep P toen, waarna hij mijn bar tot twee keer toe verzwaarde met gewichten. ‘Het voelde heerlijk,’ zei ik.