Van K hoorde ik dat mensen die zijn gevlucht en mensen die zijn gebleven elkaar in het zuidelijke buurland proberen te ontmoeten. Ik vraag ernaar bij Z. Ze volgt het nieuws daar meer dan hier. Vrijwel onmogelijk, zegt ze. De grenzen zijn weer dicht, alleen via de lucht kunnen mensen naar het zuidelijke buurland, maar dan nog. Kom maar eens aan papieren. Een regime dat zijn bevolking wil controleren en niet wil dat mensen voor altijd weggaan, maakt het verkrijgen van een paspoort gewoon heel erg ingewikkeld. We praten over dictators. Dat dictators, als ze het eenmaal zijn, nooit meer iets anders kunnen doen. Want stoppen ze ermee, dan zijn ze binnen een week dood, zoveel vijanden hebben ze gemaakt. Lukte het dictators vroeger nog wel om na afzetting rustig verder leven in een ver land op een ander continent, in tijden van globalisering is de vijandschap ook geglobaliseerd. Dus blijven ze voortdurend van het land en het volk roven om daarmee een kliek rondom hen tevreden te houden, opdat die de dictator zullen beschermen. Dat is het wankele evenwicht. Z weet zeker dat de dictator in haar geboorteland nooit zal stoppen, en ook niet zal doodgaan.