Lente, geen lente

De clematis met de lange, wintergroene bladeren heeft iedere dag meer witte bloempjes en nieuwe uitlopers, in de vijver zwemmen boven de rottende herfstbladeren al twee padden, het kleinere mannetje vastgeplakt op het achterlijf van het grotere vrouwtje, dat gaat nog wat worden als de tuinmannen komen om de amberboom te snoeien en de vijver schoon te maken. Eergisteren zag ik één kikkervisje, hoe dat kan zonder eerst die riedel van brullende padden, dan de enorme plakken kikkerdril, of beter gezegd: paddendril, en dan het langzame loskomen van de piepkleine mee-eters uit die fluffy doorzichtige gel, weet ik ook niet. Ik wil naar het concert van Magda Mendes op 5 april en omdat ik geen zin heb om weer ergens een account aan te maken bel ik de kassa van De Doelen en spreek ik met een aardige jongeman die een linkje naar mijn mail stuurt waarmee ik kan betalen waarna een linkje komt naar de kaartjes, ook in de mail. Voor even heb ik de illusie dat ik me onttrek aan weer een nieuw databestand, wat zoals ik al schrijf, niet meer is dan een illusie. Mendes zingt over de olijfbomen van haar vader die er ook al waren in de tijd van haar vaders ouders en van hun ouders en overgrootouders, over de olijfolie die steeds beter wordt, over de bomen die de verhalen van generaties fluisteren. Buiten zwelt de wind aan en hagelt het dertig seconden witte vlokken die een minuut later alweer gesmolten zijn, de zon beschijnt de plassen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.