Er was wel eens een jaar, zei de man naast me, dat bijna alle films tegenvielen. Maar toch was hij blijven gaan. Wij ook. De vijf films op die laatste dag van het jaarlijkse filmfestival geven iets van de stemming onder filmmakers weer wat je met een beetje goede wil ook kan zien als de stemming in de wereld. Er waren jaren dat er geen andere kleur voor handen leek dan die van kapot gebombardeerde gebouwen: Sarajevo, Tibet, Irak. Er waren gekke jaren: IJslanders en pony’s, Noren en curling, Oostenrijkers en de Alpen en een boerderij. Er waren frivole jaren: Bollywood-glitters. Er waren jeugddrama-jaren: mishandeling, armoede, drank, veel Engeland in mijn herinnering. Wat dit jaar zou worden zouden we snel weten. Een shot van heel hoog – de mogelijkheden van een drone met een camera eronder zullen we nog vaak zien vandaag – op een stad met ongelijksoortige, zandkleurige, soms half ingestorte bouwsels met platte daken waarop oude autobanden het plastic op zijn plaats houden. Overal vuilnis, rommel, nergens een snipper groen. Libanon, Beiroet, overvolle straten, zwermende kinderen, Zain, een twaalfjarige jongen die werkt bij een winkeltje, gasflessen en boodschappen wegbrengt en zo wat inkomen en eten bij elkaar scharrelt voor zijn ouders en talrijke broertjes en zusjes en daarmee ook hun illegale verblijf in een overvol gebouw veiligstelt. Als hij ontdekt dat zijn zus ongesteld is, steelt hij maandverband en draagt hij haar op het verborgen te houden. Maar het helpt niet, de baas van het winkeltje zit op een dag met zijn vader bij Zains ouders thuis en hij kan niet verhinderen dat zijn elfjarige zusje wordt uitgehuwelijkt. Hij vlucht, ontmoet de eveneens illegale Rahil uit Ethiopië die schoonmaakwerk doet en een baby heeft en in een krot woont. Zain gaat op baby Yonas passen, Rahil probeert aan nieuwe vervalste papieren te komen maar heeft het geld niet. Ze wordt opgepakt, gevangengezet. Zain zorgt voor de kleine Yonas, gaat weer – zoals hij ook voor zijn moeder deed – met zogenaamd verwassen recepten langs apotheken voor Tramadol, mengt de pillen door water, verkoopt de flesjes aan mensen die hun levenspijn willen verdoven. Op een dag is het hangslot op het krot vervangen. Een meisje dat ook op straat dingen probeert te verkopen, vertelt Zain dat ze naar Turkije gaat of naar Zweden waar ze een eigen kamer zal hebben. Zain informeert bij de man die Rahil aan papieren zou helpen, laat baby Yonas bij hem achter en keert terug naar huis om papieren op te halen die hij nodig heeft om ook weg te kunnen. Thuis ontdekt hij dat zijn uitgehuwelijkte zusje dood is. Zain pakt een mes, rent naar zijn oude winkelbaas en steekt hem neer. Zain krijgt vijf jaar gevangenisstraf. Als hij in zo’n overvolle cel op de tv hoort over kindermishandeling en een telefoonnummer dat je kunt bellen, belt hij. Hij wil zijn ouders aanklagen, waarom zetten ze kinderen op de wereld als ze niet voor ze kunnen zorgen, hen geen liefde kunnen geven? In de rechtzaal beroepen de ouders zich erop dat de dingen nu eenmaal zo gaan, dat anderen zeiden dat je gezegend zou zijn met kinderen, dat Allah je voor een dood kind weer een nieuwe zwangerschap schenkt; de winkelbaas, een knaap van eind twintig, begin dertig, nu in een rolstoel, dacht dat het wel kon, een elfjarig meisje bezwangeren, zo gaan de dingen in zijn buurt. Zains zaak wordt geseponeerd. Rahil wordt het land uitgezet, maar krijgt nog wel net op tijd Yonas terug.
In het echt is Zain een met zijn liefhebbende ouders uit Syrië gevluchte jongen die al acht jaar in Beiroet leefde zonder ooit naar school te kunnen omdat zijn ouders daarvoor het geld niet hadden, hij woont nu in Noorwegen. In het echt is Rahil een Eritrese vluchteling die een dag na de gespeelde arrestatie werd opgepakt, in de cel belandde en door tussenkomst van de filmploeg er weer uit kwam. In het echt is baby Yonas een meisje, haar Keniaanse moeder werd Libanon uitgezet, door bemoeienis van de filmploeg is het meisje inmiddels herenigd met haar moeder.
Capharnaüm heet de film. We zagen nog drie heftige films en één komedie.