Verder met de archiefdozen waarin zes jaar studie verpakt zit en waar ik tot nu toe vooral met verbazing naar kijk. Tegen het einde van de studie wordt het beter. Ik heb herinneringen aan het vak De televisie als cultuur over de invloed van televisie op de Amerikaanse samenleving waarvoor ik vijf weken lang het Nederlandse 8-uur journaal bekeek. De stopwatch die ik daarvoor kocht hangt nog aan de kapstok. Om het onderzoekje structuur te geven volgde ik het boek van H.J. Gans die in Deciding what’s news het Amerikaanse nieuws had geanalyseerd. Het was januari, begin februari 1990 en in mijn herinnering sprak Peter d’Hamecourt, toen correspondent in Moskou, ons met zijn grijzende bos krullen iedere avond toe. Tweederde van de Nederlandse journaalminuten ging naar buitenlands nieuws, schreef ik, wat oneindig veel meer was dan in het Amerikaanse nieuws, maar ook weer niet zo gek, omdat we als klein land nu eenmaal veel meer buitenland hebben. En er gebeurde nogal wat. In Oost-Europa en de Sovjet-Unie brokkelde iedere dag wel iets af wat we een jaar daarvoor voor onmogelijk hielden. En Zuid-Afrika maakte een begin met de afschaffing van de apartheid en Mandela kwam vrij. In de VS waren vier op de vijf mensen in het nieuws bekende mensen, in het Nederlandse nieuws was tweederde bekend (maar wel vaak dezelfden), eenderde onbekend (slachtoffers, demonstranten, een oudste inwoner, vrachtwagenchauffeurs die voedselpakketten naar Roemenië reden). Dat had ik niet verwacht, schreef ik, maar het kwam dus door die asymmetrie. Een paar bekende koppen slokten de meeste minuten op, de onbekende koppen waren allemaal verschillend, talrijker, maar kregen veel minder minuten. Gorbatsjov zag ik gemiddeld 2,5 keer per week met als goede tweede zijn Oost-Duitse collega Modrow; wie kent hem nog. Nederlandse ministers kwamen allemaal minimaal één keer langs – ‘minister Dales spande de kroon,’ schreef ik, ik zag haar zeven keer onder andere vanwege de politiereorganisatie, ook toen al –, daarentegen zag ik slechts vier Kamerleden en twee staatssecretarissen. Verder zag ik veel werknemers- en werkgeversvoorzitters vanwege ‘de veelheid aan CAO-onderhandelingen in deze tijd van het jaar’. Vinden die nog wel plaats anno 2019? O ja, ons staatshoofd kwam één keer langs, met een foto ter gelegenheid van haar verjaardag. Gisteren werd ze 81. Uitgesplitst naar gebeurtenissen vormde het politiek nieuws de grootste categorie, gevolgd door demonstraties en acties. En er was een binnenlandse storm die zelfs zonder beelden veel journaalminuten kreeg. Ik vond de hoeveelheid geweld meevallen, misdaad en schandalen zag ik ‘in beperkte mate’: een paar drugsvangsten, de burgemeester van Washington betrapt op het gebruik van drugs. ‘Ik denk dat wij niet bang hoeven te zijn dat het Nederlandse nieuws de Amerikaanse kant op gaat,’ schreef ik. De Amerikaanse kant was: politieachtervolgingen, showbizz, de grootste hotdog, een kat in een boom, de langste dit, de dikste dat. ‘Je bent wel erg mild voor het Journaal,’ schreef Maarten van Rossem eronder. Toch kreeg ik een zeven. Het zou aardig zijn het onderzoekje nog een keer te herhalen.